39. Halten es das Europäische Parlament oder der Rat für unbedingt erforderlich, die in Artikel 251 des Vertrags genannten Fristen zu verlängern, setzen sie den Präsidenten des jeweils anderen Organs und die Kommission davon in Kenntnis.
39. Wanneer het Europees Parlement of de Raad het van wezenlijk belang achten, de in artikel 251 van het Verdrag bedoelde termijnen te verlengen, stellen zij de voorzitter van de andere instelling, alsmede de Commissie hiervan in kennis.