Vertaling van "september 1997 einzureichenden " (Duits → Nederlands) :

b) - die Wallonische Regierung [aufgefordert wurde], in einem spätestens bis zum 15. September 1997 einzureichenden Ergänzungsschriftsatz zu erklären, ob ihre Auslegung von Artikel 20 § 5 des angefochtenen Dekrets in ihrem Schriftsatz sich der Argumentation anschlie|gbt, die von den besagten klagenden Parteien in deren letztem Schriftsatz dargelegt wurde, und bejahendenfalls ihren Standpunkt zu der Anregung abzugeben, die die klagenden Parteien in der Rechtssache mit Geschäftsverzeichnisnummer 1042 im letzten Absatz auf Seite 8 ihres Erwiderungsschriftsatzes dargelegt haben;
b) de Waalse Regering [te hebben verzocht] in een aanvullende memorie die uiterlijk op 15 september 1997 moet worden ingediend te preciseren of de interpretatie die ze in haar memorie geeft aan artikel 20, § 5, van het bestreden decreet aansluit bij de argumentatie die door de genoemde verzoekende partijen in hun laatste memorie wordt ontwikkeld en, zo ja, haar mening te geven betreffende de suggestie van de verzoekende partijen in de zaak met rolnummer 1042 in de laatste alinea van pagina 8 van hun memorie van antwoord;

- die klagenden Parteien in den Rechtssachen mit Geschäftsverzeichnisnummern 1042 und 1046 [aufgefordert wurden], in einem spätestens bis zum 30. September 1997 einzureichenden Ergänzungsschriftsatz auf den Ergänzungsschriftsatz der Wallonischen Regierung zu antworten ».
- de verzoekende partijen in de zaken met rolnummers 1042 en 1046 [te hebben verzocht] in een aanvullende memorie die uiterlijk op 30 september 1997 moet worden ingediend te antwoorden op de aanvullende memorie van de Waalse Regering ».

b) - die Wallonische Regierung [aufgefordert], in einem spätestens bis zum 15. September 1997 einzureichenden Ergänzungsschriftsatz zu erklären, ob ihre Auslegung von Artikel 20 § 5 des angefochtenen Dekrets in ihrem Schriftsatz sich der Argumentation anschlie|gbt, die von den besagten klagenden Parteien in deren letztem Schriftsatz dargelegt wurde, und bejahendenfalls ihren Standpunkt zu der Anregung abzugeben, die die klagenden Parteien in der Rechtssache mit Geschäftsverzeichnisnummer 1042 im letzten Absatz auf Seite 8 ihres Erwiderungsschriftsatzes dargelegt haben;
b) de Waalse Regering [verzocht] in een aanvullende memorie die uiterlijk op 15 september 1997 moet worden ingediend te preciseren of de interpretatie die ze in haar memorie geeft aan artikel 20, § 5, van het bestreden decreet aansluit bij de argumentatie die door de genoemde verzoekende partijen in hun laatste memorie wordt ontwikkeld en, zo ja, haar mening te geven betreffende de suggestie van de verzoekende partijen in de zaak met rolnummer 1042 in de laatste alinea van pagina 8 van hun memorie van antwoord;

- die klagenden Parteien in den Rechtssachen mit Geschäftsverzeichnisnummern 1042 und 1046 [aufgefordert], in einem spätestens bis zum 30. September 1997 einzureichenden Ergänzungsschriftsatz auf den Ergänzungsschriftsatz der Wallonischen Regierung zu antworten ».
- de verzoekende partijen in de zaken met rolnummers 1042 en 1046 [verzocht] in een aanvullende memorie die uiterlijk op 30 september 1997 moet worden ingediend te antwoorden op de aanvullende memorie van de Waalse Regering ».

Durch Anordnung vom 8. Juli 1998 hat der Hof die Rechtssache für verhandlungsreif erklärt und den Sitzungstermin auf den 16. September 1998 anberaumt, nachdem die Parteien aufgefordert wurden, sich in einem spätestens am 4. September 1998 einzureichenden Ergänzungsschriftsatz zu den Auswirkungen des Gesetzes vom 9. März 1998 « zur Abänderung der Artikel 54, 57/11, 57/12, 57/14bis und 71 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern », insbesondere von dessen Artikel 6, auf ihre Nichtigkeitsklage zu äussern, soweit sie sich auf Artikel 5 Absatz 2 des angefochtenen Gesetzes bezieht, sowie zu den eventuellen Auswirkungen des am 17. Dezember 1997 vom Hof verkündeten Urteil Nr. 77/97 auf ihre Nichtigkeitsklage, soweit sie sich auf Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes bezieht.
Bij beschikking van 8 juli 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 16 september 1998 na de partijen te hebben verzocht in een uiterlijk op 4 september 1998 in te dienen aanvullende memorie zich nader te verklaren over de weerslag van de wet van 9 maart 1998 « tot wijziging van de artikelen 54, 57/11, 57/12, 57/14bis en 71 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen », met name van artikel 6 ervan, op hun beroep tot vernietiging, in zoverre het betrekking heeft op artikel 5, tweede lid, van de bestreden wet, alsmede over de eventuele weerslag van het arrest van het Hof nr. 77/97 van 17 december 1997 op hun beroep tot vernietiging, in zoverre het betrekking heeft op artikel 2 van de bestreden wet.