(1) Die Mitgliedstaaten sorgen dafür, dass durch in laufende Sendungen eingefügte Fernsehwerbung oder Teleshopping-Spots der Zusammenhang der Sendungen unter Berücksichtigung der natürlichen Sendungsunterbrechungen sowie der Dauer und Art der betreffenden Sendung nicht beeinträchtigt wird und die Rechte von Rechteinhabern nicht verletzt werden.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer programma’s worden onderbroken voor televisiereclame of telewinkelen, de integriteit en de waarde van de programma’s niet worden geschaad, rekening houdende met de natuurlijke pauzes in en de duur en de aard van het betrokken programma, en er geen afbreuk wordt gedaan aan de rechten van de rechtenhouders.