Die Schwellenländer bauen ihre Industrie der unedlen Metalle zurzeit zu einer Stütze ihres wirtschaftlichen Aufschwungs aus und haben sich inzwischen auf dem Weltmarkt für Stahl, alle unedlen Metalle und Seltenerdmetalle zur wichtigsten Konkurrenz entwickelt. Dabei verfügen sie über den relativen Vorteil des Rohstoffzugangs, und teilweise kommen sie auch in den Genuss von staatlichen Zuwendungen und erschließen neue Absatzgebiete durch Preisdumping (d. h. Verkauf zu einem Preis, der unter den Herstellungskosten liegt).
Op het moment dat de opkomende landen hun basismetaalindustrieën tot ontwikkeling brengen, waarbij basismetalen de metalen van de economische opleving zijn, zijn ze grote concurrenten op de mondiale markt van staal, basismetalen en zeldzame aardmetalen geworden die profiteren van het vergelijkende voordeel van toegang tot grondstoffen dat soms versterkt wordt door overheidssteun en het veroveren van afzetgebieden door middel van dumping (vastgesteld als een verkoop die plaatsvindt onder de kostprijs).
