Traduction de «selbständig erwerbstätigen einerseits » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Bauern-Sozialversicherungsgesetz | Bundesgesetz über die Sozialversicherung für Bauern | Sozialversicherung der in der Land- und Forstwirtschaft selbständig Erwerbstätigen | BSVG [Abbr.]
Bondswet inzake de sociale verzekering van landbouwers | federale wet betreffende de sociale verzekering voor landbouwers

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Der Umstand, dass es grundsätzliche Unterschiede zwischen selbständig Erwerbstätigen einerseits und Arbeitnehmern andererseits gibt, und insbesondere der Umstand, dass sich die Einkünfte der selbständig Erwerbstätigen von Jahr zu Jahr ändern können, während die Entlohnung der Arbeitnehmer im voraus festgelegt wird und normalerweise nicht unsicheren Schwankungen unterliegt, kann im Gegensatz zu den Behauptungen des Ministerrates in diesem Fall den Behandlungsunterschied nicht rechtfertigen.
Het feit dat er fundamentele verschillen bestaan tussen zelfstandigen, enerzijds, en werknemers, anderzijds, en meer specifiek het feit dat de inkomsten van de zelfstandigen van jaar tot jaar kunnen variëren, terwijl het loon van de werknemers vooraf wordt bepaald en doorgaans niet is onderworpen aan onzekere schommelingen kan, in tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, te dezen geen verantwoording vormen voor het verschil in behandeling.

« Verstösst der königliche Erlass Nr. 464 vom 25. September 1986 - bestätigt durch das Gesetz vom 15. Dezember 1986 - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dadurch, dass er bestimmt, dass der Konsolidierungsbeitrag auch dann von den selbständig Erwerbstätigen zu leisten ist, wenn ihre Berufseinkünfte des betreffenden Jahres niedriger sind als der Mindestlohn, auf den sich das kollektive Arbeitsabkommen Nr. 23 über die Gewährleistung eines durchschnittlichen Mindestmonatseinkommens bezieht, nach Abzug der auf Handarbeiter anwendbaren Sozialversicherungsbeiträge, und demzufolge, dass er trotz der entsprechenden, im Bericht an den König eindeutig zum Ausdruck gebrachten Absicht keinen Parallelismus mehr gewährleistet, was die von den selbständig Erwerbstätigen einerseits und von den Arbeitnehmern und Beamten andererseits verlangten Mässigungsanstrengungen betrifft, erstere (d.h. die selbständig Erwerbstätigen) einer Behandlungsungleichheit letzteren (d.h. den Arbeitnehmern und Beamten) gegenüber unterwirft?
« Schendt het koninklijk besluit nr. 464 van 25 september 1986 (bekrachtigd bij de wet van 15 december 1986) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het, door te bepalen dat de consolideringbijdrage door de zelfstandigen verschuldigd is, zelfs wanneer hun bedrijfsinkomsten van het betrokken jaar lager zijn dan het minimumloon waarin is voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 23 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, na aftrek van de bijdragen voor de sociale zekerheid die van toepassing zijn op de handarbeiders, en door bijgevolg, niettegenstaande een in het verslag aan de Koning nochtans duidelijk in die zin te kennen gegeven bedoeling, geen parallellisme meer te verzekeren in de inspanningen tot matiging die worden gevraagd van de zelfstandigen, enerzijds, en van de werknemers en ambtenaren, anderzijds, de eerstgenoemden (zelfstandigen) aan een ongelijke behandeling onderwerpt ten opzichte van de laatstgenoemden (werknemers en ambtenaren) ?

Unter Berücksichtigung der Tatsache, dass der Gesetzgeber - wie dies in B.7.3 dargelegt wurde - den Standpunkt vertreten konnte, dass das Einkommen des mithelfenden Ehepartners nur dann als Grundlage für die Berechnung von Sozialbeiträgen dienen kann, wenn dieses Einkommen auch steuerlich als vollwertiges Berufseinkommen eingestuft ist, ist der in den angefochtenen Bestimmungen geschaffene Unterschied zwischen einerseits Ehepartnern und Partnern von Betriebsleitern und andererseits Ehepartnern und Partnern von anderen selbständig Erwerbstätigen sachdienlich in bezug auf die in B.9.1 angeführte Zielsetzung.
Rekening houdend met het feit dat de wetgever - zoals uiteengezet in B.7.3 - vermocht van oordeel te zijn dat het inkomen van de meewerkende echtgenoot slechts als basis kan dienen voor de berekening van sociale bijdragen wanneer dat inkomen ook fiscaal als een volwaardig beroepsinkomen wordt gekwalificeerd, is het in de bestreden bepalingen gecreëerde onderscheid tussen, enerzijds, echtgenoten en partners van bedrijfsleiders en, anderzijds, echtgenoten en partners van andere zelfstandigen, pertinent ten aanzien van de in B.9.1 aangehaalde doelstelling.

« Verstösst der königliche Erlass Nr. 464 vom 25. September 1986 - bestätigt durch das Gesetz vom 15. Dezember 1986 - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dadurch, dass er bestimmt, dass der Konsolidierungsbeitrag auch dann von den selbständig Erwerbstätigen zu leisten ist, wenn ihre Berufseinkünfte des betreffenden Jahres niedriger sind als der Mindestlohn, auf den sich das kollektive Arbeitsabkommen Nr. 23 über die Gewährung eines durchschnittlichen Mindestmonatseinkommens bezieht, nach Abzug der auf Handarbeiter anwendbaren Sozialversicherungsbeiträge, und demzufolge, dass er trotz der entsprechenden, im Bericht an den König eindeutig zum Ausdruck gebrachten Absicht keinen Parallelismus mehr gewährleistet, was die von den selbständig Erwerbstätigen einerseits und von den Arbeitnehmern und Beamten andererseits verlangten Mässigungsanstrengungen betrifft, erstere (d.h. die selbständig Erwerbstätigen) einer Behandlungsungleichheit letzteren (d.h. den Arbeitnehmern und Beamten) gegenüber unterwirft?
« Schendt het koninklijk besluit nr. 464 van 25 september 1986 (bekrachtigd bij de wet van 15 december 1986) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het, door te bepalen dat de consolideringbijdrage door de zelfstandigen verschuldigd is, zelfs wanneer hun bedrijfsinkomsten van het betrokken jaar lager zijn dan het minimumloon waarin is voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 23 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, na aftrek van de bijdragen voor de sociale zekerheid die van toepassing zijn op de handarbeiders, en door bijgevolg, niettegenstaande een in het verslag aan de Koning nochtans duidelijk in die zin te kennen gegeven bedoeling, geen parallellisme meer te verzekeren wat de matigingsinspanningen betreft die worden gevraagd van de zelfstandigen, enerzijds, en van de werknemers en ambtenaren, anderzijds, de eerstgenoemden (zelfstandigen) aan een ongelijke behandeling onderwerpt ten opzichte van de laatstgenoemden (werknemers en ambtenaren) ?

Der Verweisungsrichter stellt dem Hof eine Frage über die sich aus der Anwendung dieses Artikels 4 ergebende unterschiedliche Behandlung zwischen den selbständig Erwerbstätigen, die ihre selbständige Tätigkeit starten, einerseits und den Arbeitnehmern und Beamten, die ihre Berufstätigkeit starten, andererseits.
De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de verschillende behandeling, als gevolg van de toepassing van dat artikel 4, van de zelfstandigen die hun zelfstandige activiteit starten, enerzijds, en van de werknemers en de personeelsleden van de openbare diensten die hun beroepsactiviteiten starten, anderzijds.