10. hält das Verfahren der Selbstregulierung für eine dynamische, flexible und verantwortungsvolle Ergänzung des geltenden Rechtsrahmens; regt an, dass die Mitgliedstaaten, die noch nicht über Stellen für die Selbstregulierung verfügen, deren Einrichtung auf der Grundlage bewährter Verfahren aus anderen Mitgliedstaaten begünstigen und/oder sie offiziell anerkennen sollten;
10. beschouwt de praktijk van zelfregulering als een dynamische, flexibele en verantwoordelijke aanvulling van het bestaande wetgevingskader; suggereert dat de lidstaten die nog niet over zelfreguleringsorganismen beschikken, de oprichting ervan vergemakkelijken, op basis van goede praktijken uit andere lidstaten, en/of ze formeel erkennen;
