Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "seines biologischen vaters " (Duits → Nederlands) :

Obwohl das volljährige Kind gemäß Artikel 335 § 4 des Zivilgesetzbuches sein Einverständnis erklärt hat, den Namen seiner Mutter zu tragen, möchte es den Namen seines biologischen Vaters tragen, dessen Vaterschaft durch den vorlegenden Richter festgestellt wurde.

Hoewel het meerderjarig kind, overeenkomstig artikel 335, § 4, van het Burgerlijk Wetboek, ermee heeft ingestemd de naam van zijn moeder te dragen, wenst het de naam te dragen van zijn biologische vader, wiens vaderschap door de verwijzende rechter is vastgesteld.


Sie würde im Übrigen weder der gesellschaftlichen Sachdienlichkeit, diesem Namen eine gewisse Unveränderlichkeit zu sichern, noch dem Interesse der Person, die eine Namensänderung wünscht, entsprechen, da das volljährige Kind, das die Vaterschaft erfolgreich angefochten hat und gegebenenfalls sein Einverständnis dazu erteilt hat, den Namen seiner Mutter zu tragen und nach diesem Verfahren das Recht erhalten würde, den Namen seines biologischen Vaters zu tragen, zwei aufeinander folgende Namensänderungen erfahren würde, um denjenigen tragen zu können, den es wünscht.

Zij zou bovendien noch bijdragen tot het maatschappelijk nut dat erin bestaat aan die naam een zekere onveranderlijkheid te verzekeren, noch in het belang zijn van de persoon die een naamswijziging wenst, aangezien het meerderjarige kind dat het vaderschap met succes heeft betwist en ermee zou hebben ingestemd de naam van zijn moeder te dragen en vervolgens na die procedure het recht zou verkrijgen om de naam van zijn biologische vader te dragen, zou zijn onderworpen aan twee opeenvolgende naa ...[+++]


Die Möglichkeit, die ein volljähriges Kind durch das Gesetz vom 15. Mai 1987 über die Namen und Vornamen erhält, bei der zuständigen Behörde eine zweite Änderung seines Namens zu beantragen, um den Namen seines biologischen Vaters tragen zu können, bietet keine vernünftige Rechtfertigung für den angeführten Behandlungsunterschied, da diese Möglichkeit per definitionem hypothetisch bleibt.

De mogelijkheid die bij de wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen aan dat meerderjarige kind wordt gelaten om bij de bevoegde overheid een tweede wijziging van zijn naam te vragen teneinde de naam van zijn biologische vader te kunnen dragen, is niet van dien aard dat zij het aangevoerde verschil in behandeling redelijkerwijze kan verantwoorden, aangezien die mogelijkheid per definitie hypothetisch blijft.


Die Einschränkungen der Möglichkeit, den Namen seines biologischen Vaters zu tragen, stellen eine Einmischung in die Ausübung des Rechts des Betreffenden auf Achtung seines Privatlebens dar (EuGHMR, 25. November 1994, Stjerna gegen Finnland).

De beperkingen van de mogelijkheid om de naam van zijn biologische vader te dragen, vormen een inmenging in de uitoefening van het recht van de betrokkene op de eerbiediging van zijn privéleven (EHRM, 25 november 1994, Stjerna t. Finland).


Ein volljähriges Kind, bei dem ein neues Abstammungsverhältnis väterlicherseits wegen einer Klage auf Vaterschaftsermittlung in Verbindung mit seiner Klage auf Anfechtung der Vaterschaft festgestellt wird, kann sich jedoch gemäß der fraglichen Bestimmung nicht dafür entscheiden, den Namen seines biologischen Vaters zu tragen.

Het meerderjarige kind ten aanzien van wie een nieuwe afstammingsband van vaderszijde wordt vastgesteld als gevolg van een vordering tot onderzoek naar het vaderschap, gecombineerd met zijn vordering tot betwisting van het vaderschap, kan, overeenkomstig de in het geding zijnde bepaling, evenwel niet ervoor kiezen de naam van zijn biologische vader te dragen.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opei ...[+++]


Auch dann, wenn eine Person ihre Persönlichkeit hat entwickeln können, ohne sich der Identität ihres biologischen Vaters sicher zu sein, ist anzunehmen, dass das Interesse, das eine Person daran haben kann, ihre Abstammung zu kennen, nicht im Laufe der Jahre abnimmt - im Gegenteil (EuGHMR, 13. Juli 2006, Jäggi gegen Schweiz, § 40; 16. Juni 2011, Pascaud gegen Frankreich, § 65).

Zelfs indien een persoon zijn persoonlijkheid heeft kunnen uitbouwen zonder zekerheid te hebben over de identiteit van zijn biologische vader, moet worden aangenomen dat het belang dat een individu kan hebben om zijn afstamming te kennen niet afneemt met de jaren, wel integendeel (EHRM, 13 juli 2006, Jäggi t. Zwitserland, § 40; 16 juni 2011, Pascaud t. Frankrijk, § 65).


Indem jedoch vorgesehen wird, dass ein Kind nicht mehr die Vaterschaftsvermutung in Bezug auf den Ehemann seiner Mutter nach dem Alter von 22 Jahren oder nach einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass derjenige, der der Ehemann seiner Mutter war, nicht sein Vater ist, obwohl diese Vermutung keiner biologischen und keiner sozialaffektiven Wirklichkeit entspricht, anfechten kann, wird das Recht auf Achtung des Privatlebens dies ...[+++]

Door te bepalen dat een kind het vermoeden van vaderschap dat is vastgesteld ten aanzien van de echtgenoot van zijn moeder niet meer kan betwisten na de leeftijd van tweeëntwintig jaar of na het jaar te rekenen vanaf de ontdekking van het feit dat diegene die de echtgenoot van zijn moeder was, niet zijn vader is, terwijl dat vermoeden met geen enkele biologische, noch socio-affectieve realiteit overeenstemt, wordt evenwel op discriminerende wijze afbreuk gedaan aan het recht op de eerbiediging van het privéleven van dat kind.


Der vorlegende Richter möchte vernehmen, ob Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches vereinbar sei mit den Artikeln 10, 11 und 22 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern darin dem Kind im Alter von über 22 Jahren zur Einreichung einer Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung eine Frist von einem Jahr ab der Entdeckung der Tatsache, dass die Person, die es anerkannt habe, nicht sein Vater sei, auferlegt werde, und zwar in der Hypothese, dass die väterliche Anerkennung wede ...[+++]

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend zijn vader niet is om een vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning in te stellen en zulks in de hypothese ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 30. April 2015 in Sachen S.B. gegen C.R. und R.B sowie in Sachen S.B, H.D. und R.B. - freiwillig intervenierende Partei: C.R. -, dessen Ausfertigung am 26. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Dendermonde, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 330 § 1 Absatz 4 des ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 30 april 2015 in zake S.B. tegen C.R. en R.B en in zake S.B, H.D. en R.B. met C.R. als vrijwillig tussenkomende partij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330 § 1 lid 4 B.W. de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de recht ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'seines biologischen vaters' ->

Date index: 2020-12-11
w