2. Unter Wahrung der Artikel 93, 107 und 108 des Vertrags können die Mitgliedstaaten dem Infrastrukturbetreiber außerdem Mittel zuweisen, die in angemessenem Verhältnis zu seinen Funktionen gemäß Artikel 3 Nummer 2, der Größe der Infrastruktur und dem Finanzbedarf stehen, und zwar insbesondere für Neuinvestitionen.
2. Met inachtneming van de artikelen 93, 107 en 108 van het Verdrag, kunnen de lidstaten de infrastructuurbeheerder financiële middelen verstrekken die voldoende zijn in verhouding tot zijn in artikel 3, lid 2, bedoelde taken, de omvang van de infrastructuur en de financiële behoeften, in het bijzonder om nieuwe investeringen te dekken.