Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "seinem gesetzlichen vater gegeben " (Duits → Nederlands) :

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss, gegen die Artikel 10, 11 und 22bis der Verfassung, oder gar gegen andere, überstaatliche Gesetzesbestimmungen wie die Europäische Menschenrechtskonvent ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, en zelfs andere supranationale wettelijke bepalingen zoals met name het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (artikel 8 ervan), doordat het ...[+++]


Aus der Formulierung der Vorabentscheidungsfrage und der Begründung der Vorlageentscheidung geht hervor, dass der dem vorlegenden Richter unterbreitete Streitfall sich auf eine Klage auf Anfechtung der Vaterschaftsvermutung bezieht, die von einem Mann erhoben wurde, der die Vaterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt, dass dieser Mann der biologische Vater des Kindes ist, dass das Kind das Alter von zwölf Jahren nicht erreicht hat, dass es nie eine Bindung zu seinem gesetzlichen Vater gehabt hat, dass es geboren und großgezogen wurde in einem Familienkern, der sich aus seiner Mutter und seinem biologischen Vater zusammensetzte, und dass es zurzeit fast ausschließlich bei diesem Mann untergebracht ist, der eine besonders w ...[+++]

Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil betrekking heeft op een vordering tot betwisting van het vermoeden van vaderschap, ingesteld door een man die het vaderschap van het kind opeist, dat die man de biologische vader van het kind is, dat het kind de leeftijd van twaalf jaar niet heeft bereikt, dat het nooit een band heeft gehad met zijn wettige vader, dat het is geboren en werd opgevoed binnen een gezinskern die uit zijn moeder en zijn biologische vader bestond en dat het thans vrijwel exclusief wordt gehuisvest door die man, die over het kind een uitermate belangrijk « ouderlijk gezag » uitoefent.


Mit seiner zweiten Vorabentscheidungsfrage möchte der vorlegende Richter vom Gerichtshof erfahren, ob Artikel 318 § 1 des Zivilgesetzbuches mit Artikel 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, vereinbar sei, insofern die vom Kind erhobene Vaterschaftsanfechtungsklage unzulässig sei, sobald ein Besitz des Standes zwischen diesem Kind und seinem gesetzlichen Vater vorhanden sei.

Met zijn tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van het vaderschap die door het kind is ingesteld onontvankelijk is zodra er tussen dat kin ...[+++]


Moerman, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 12. Februar 2014 in Sachen L.K. gegen F.M., dessen Ausfertigung am 24. Februar 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 330 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der seine eigene Anerkennung anficht, nur dann begründet ist, wenn er beweist, dass seine Zustimmung fehlerhaft gewesen ist, insbesondere gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an ...[+++]

Moerman, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 12 februari 2014 in zake L.K. tegen F.M., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 februari 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Namen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het voorschrijft dat de vordering van diegene die zijn eigen erkenning betwist dat pas op gegronde wijze kan doen indien hij aantoont dat aan zijn toestemming een gebrek kleefde, niet met name de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan ni ...[+++]


« Verstößt Artikel 330 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er vorschreibt, dass die Mutter, die als Partei an einem Verfahren der Anerkennung väterlicherseits beteiligt war, indem sie der Anerkennung zugestimmt hat, nur berechtigt ist, die Anerkennung anzufechten, wenn sie beweist, dass ihre Zustimmung fehlerhaft gewesen ist, insbesondere gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, insbesondere Artikel 8 dieser Konvention, indem er dem Richter auf absolute Weise die Möglichkeit entzieht, die Interessen aller durch die ihm vorgelegte Abstammungsstreitsache betroffenen Parteien (und insbesondere das notwendigerweise ...[+++]

« Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het voorschrijft dat de vordering van de moeder die partij is geweest bij een proces van vaderlijke erkenning omdat zij erin heeft toegestemd, die pas op gegronde wijze kan betwisten indien zij aantoont dat aan haar toestemming een gebrek kleefde, niet met name de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en onder meer artikel 8 daarvan, in zoverre het de rechter op absolute wijze de mogelijkheid ontzegt rekening te houden met de belangen van alle betrokken partijen bij het aan hem voorgelegde geschil inzake afstamming (en in het bijzonder met het noodzak ...[+++]


« Verstößt Artikel 330 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der seine eigene Anerkennung anficht, nur dann begründet ist, wenn er beweist, dass seine Zustimmung fehlerhaft gewesen ist, insbesondere gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, insbesondere Artikel 8 dieser Konvention, indem er dem Richter die Möglichkeit entzieht, die Interessen aller betroffenen Parteien bei der Beurteilung der ihm vorgelegten Abstammungsstreitsache zu berücksichtigen, insbesondere in den Fällen, in denen das Kind keine sozialaffektive Bindung zu seinem gesetzlichen Vater hat?

« Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het voorschrijft dat de vordering van diegene die zijn eigen erkenning betwist dat pas op gegronde wijze kan doen indien hij aantoont dat aan zijn toestemming een gebrek kleefde, niet met name de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en onder meer artikel 8 daarvan, in zoverre het de rechter de mogelijkheid ontzegt rekening te houden met de belangen van alle partijen die zijn betrokken bij de beoordeling van het aan hem voorgelegde geschil inzake afstamming, met name in de gevallen waarin het kind geen socioaffectieve band met zijn wettelijke vader hee ...[+++]


« Verstößt Artikel 330 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der seine eigene Anerkennung anficht, nur dann begründet ist, wenn er beweist, dass seine Zustimmung fehlerhaft gewesen ist, insbesondere gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, insbesondere Artikel 8 dieser Konvention, indem er dem Richter die Möglichkeit entzieht, die Interessen aller betroffenen Parteien bei der Beurteilung der ihm vorgelegten Abstammungsstreitsache zu berücksichtigen, insbesondere in den Fällen, in denen das Kind keine sozialaffektive Bindung zu seinem gesetzlichen Vater hat?

supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en onder meer artikel 8 daarvan, in zoverre het de rechter de mogelijkheid ontzegt rekening te houden met de belangen van alle partijen die zijn betrokken bij de beoordeling van het aan hem voorgelegde geschil inzake afstamming, met name in de gevallen waarin het kind geen socioaffectieve band met zijn wettelijke vader heeft ?




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'seinem gesetzlichen vater gegeben' ->

Date index: 2022-04-19
w