Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ist

Vertaling van "seinem genannten urteil " (Duits → Nederlands) :

Verstößt Artikel 1051 des Gerichtsgesetzbuches, ausgelegt im Lichte von Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, in dem das Recht auf ein faires Verfahren verankert ist, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er die Berufungsfrist von einem Monat ab dem Datum der an den Sozialversicherten oder an den Sozialversicherungsträger ergangenen Notifizierung des Urteils, mit dem seine Beschwerde zurückgewiesen wurde, laufen lässt, während infolge eines Irrtums seitens der Kanzlei des in erster Instanz erkennenden Rechtsprechungsorgans die Übermittlung einer nicht unterschriebenen Abschrift dieses Urteils an den Rechtsa ...[+++]

Schendt artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek, geïnterpreteerd in het licht van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens waarin het recht op een eerlijk proces is vastgelegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door de termijn van hoger beroep van één maand te doen lopen vanaf de kennisgeving, aan de sociaal verzekerde of aan de socialezekerheidsinstelling, van het vonnis waarbij zijn of haar beroep is afgewezen, terwijl, ingevolge een vergissing van de griffie van het rechtscollege van eerste aanleg, een niet-ondertekend afschrift van dat vonnis niet aan de advocaat van die sociaal verzekerde of aan die van de socialezekerheidsinstelling is overgezonden overeenkomstig het voorschrift van artikel 7 ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 7. Januar 2015 in Sachen Marcel Yabili gegen den belgischen Staat und das Amt für überseeische soziale Sicherheit, dessen Ausfertigung am 15. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das französischsprachige Arbeitsgericht Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 51 de ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 7 januari 2015 in zake Marcel Yabili tegen de Belgische Staat en de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 januari 2015, heeft de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 51 van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 26 van het Intern ...[+++]


Moerman, E. Derycke und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 20. Mai 2014 in Sachen Ashraf Sakeel gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 4. Februar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Hennegau, Abteilung Mons, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 342 § 3 des EStGB 1992 gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, indem diese Bestimmung steu ...[+++]

Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 20 mei 2014 in zake Ashraf Sakeel tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 februari 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Bergen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 342, § 3, van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre die bepaling belastbare minima invoert en de belastingplicht ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 2. September 2015 in Sachen G.O. und P.O. gegen Famifed, dessen Ausfertigung am 22. September 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Gent, Abteilung Roeselare, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen die Artikel 40, 42bis und 56nonies des Allgemeinen Familienbeihilfengesetzes in Verbindung mit Artikel 2 [Absatz ] 1 Nr. 2 des Gesetzes vom 20. Juli 1971 gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrund ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 2 september 2015 in zake G.O. en P.O. tegen Famifed, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 september 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Roeselare, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 40, 42bis en 56nonies van de Kinderbijslagwet Werknemers juncto art. 2, [lid] 1, 2° van de wet van 20 juli 1971 het gelijkheids- en [niet-] discriminatiebeginsel, zoals vervat in art. 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 2 en 3 van het Verdrag inzake de rechten va ...[+++]


Wenn diese Aufstellung spätestens bei der in Absatz 8 genannten Sitzung von einer der Parteien angefochten wird, legt der Richter deren Betrag in seinem Urteil fest.

Wordt die staat ten laatste op de terechtzitting bedoeld in lid 8, schriftelijk betwist door één van de partijen, dan bepaalt de rechter er het bedrag van in zijn vonnis.


Im übrigen wurden Luxemburg 2004 (C-445/03) sowie Deutschland und Österreich 2006 (C-244/04 und C-168/04) verurteilt, da sie Vorabkontrollen auferlegt hatten und Anforderungen stellten, die über die vom Gerichtshof in seinem genannten Urteil in der Rechtssache Vander Elst hinausgingen.

Overigens werden Luxemburg in 2004 (zaak C-445/03) en Duitsland en Oostenrijk in 2006 (zaken C-244/04 en C-168/04) veroordeeld omdat zij "aan de terbeschikkingstelling voorafgaande controles" hadden toegepast en voorwaarden hadden gehanteerd die verder gingen dan de in het vorengenoemde arrest "Vander Elst" door het Hof vastgelegde beginselen.


In seinem Urteil Nr. 187/2005 vom 14. Dezember 2005 hat der Hof in Beantwortung präjudizieller Fragen für Recht erkannt, dass der vorerwähnte Artikel 7 Absatz 1 Nr. 2 des Wahlgesetzbuches in der Fassung von Artikel 149 des Gesetzes vom 21. Dezember 1994 zur Festlegung sozialer und sonstiger Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insofern er das Wahlrecht der in dieser Bestimmung genannten Verurteilten von Rechts wegen aussetzt.

In zijn arrest nr. 187/2005 van 14 december 2005 heeft het Hof voor recht gezegd, als antwoord op prejudiciële vragen, dat het voormelde artikel 7, eerste lid, 2°, van het Kieswetboek, in de redactie eraan gegeven door artikel 149 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre het het kiesrecht van veroordeelden bedoeld in die bepaling van rechtswege schorst.


In seinem Urteil Nr. 104/2003 vom 22. Juli 2003 hat der Hof erkannt, dass es « nicht objektiv und vernünftig gerechtfertigt [ist], dass für die nach dem 2. Juli 1999 begangenen Straftaten die in Artikel 67ter des Gesetzes über die Strassenverkehrspolizei genannten Personen persönlich haftbar bleiben für Straftaten, die einer juristischen Person angelastet werden, während Artikel 5 des Strafgesetzbuches auf allgemeine Weise eine eigene strafrechtliche Haftung der juristischen Person vorsieht » (B.7), hat aber festgestellt, dass diese B ...[+++]

Bij het arrest nr. 104/2003 van 22 juli 2003 heeft het Hof geoordeeld dat « het niet objectief en redelijk verantwoord [is] dat, voor misdrijven gepleegd na 2 juli 1999, de personen genoemd in artikel 67ter van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, persoonlijk aansprakelijk blijven voor misdrijven toegerekend aan de rechtspersoon, terwijl artikel 5 van het Strafwetboek op algemene wijze in een eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon voorziet » (B.7), maar heeft het vastgesteld dat in de interpretatie volgens welke die bepaling impliciet werd gewijzigd bij artikel 5 van het Strafwetboek, ze geen onver ...[+++]


Nach Auffassung der Kommission handelt es sich hier ebenfalls um eine Bedingung, die über die vom Gerichtshof in seinem Urteil zur Rechtssache 'Vander Elst' genannten Bedingungen hinausgeht, denen zufolge es ausreiche, dass der Arbeitnehmer, der in einen anderen Mitgliedstaat entsandt werden soll, über eine ordnungsgemäße und dauerhafte Beschäftigung im Niederlassungsstaat seines Arbeitgebers verfüge, ohne dass der Aufnahmemitgliedstaat weitergehende Bedingungen daran knüpfen könne.

Volgens de Commissie is ook hier sprake van een voorwaarde die niet strookt met de voorwaarden die door het Hof zijn aangehaald in het arrest "Vander Elst". Volgens dit arrest is het immers voldoende dat de werknemer die in een andere lidstaat wordt gedetacheerd, in de lidstaat van vestiging van zijn werkgever op reguliere basis in vaste dienst is, en kan de ontvangende lidstaat geen andere specifieke voorwaarden stellen.


Die Übertragung der Vollstreckung einer Verurteilung bedarf der Zustimmung des Urteilsstaats und des Vollstreckungsstaats. Die Vollstreckung darf nur unter den in Artikel 5 des Übereinkommens kumulativ aufgeführten Voraussetzungen übertragen werden, dass a) das Urteil rechtskräftig und vollstreckbar ist; b) die Handlungen oder Unterlassungen, die zu der Verurteilung geführt haben, nach dem Recht des Vollstreckungsstaats eine der in Artikel 1 Absatz 1 Buchstabe a genannten Taten darstellen oder, wenn sie in ...[+++]

De overdracht van de tenuitvoerlegging van een veroordeling behoeft de overeenstemming tussen de staat van veroordeling en de staat van tenuitvoerlegging en is onderworpen aan de in artikel 5 van het verdrag opgesomde, cumulatieve voorwaarden: a) de rechterlijke beslissing is onherroepelijk en voor tenuitvoerlegging vatbaar; b) het handelen of nalaten op grond waarvan de veroordeling werd uitgesproken levert naar het recht van de staat van tenuitvoerlegging een feit op, vallende onder artikel 1, lid 1, onder a), of zou een dergelijk feit opleveren indien dit op zijn grondgebied zou zijn begaan - "dubbele strafbaarheid" -; c) de sanctie ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'seinem genannten urteil' ->

Date index: 2025-05-19
w