Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «sein werden vielleicht in seinem urteil vorgegriffen » (Allemand → Néerlandais) :

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 30. April 2015 in Sachen S.B. gegen C.R. und R.B sowie in Sachen S.B, H.D. und R.B. - freiwillig intervenierende Partei: C.R. -, dessen Ausfertigung am 26. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Ostflandern, Abteilung Dendermonde, folgende Vorabentscheidungsfrage gestell ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 30 april 2015 in zake S.B. tegen C.R. en R.B en in zake S.B, H.D. en R.B. met C.R. als vrijwillig tussenkomende partij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330 § 1 lid 4 B.W. de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desj ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind ...[+++]ist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is, de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, en zelfs andere supranationale wettelijke bepalingen zoals met name het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (artikel 8 ervan), doordat het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige belangen (en in het bijzonder het hogere en primordiale belang van het kind) en met het gedrag van de partijen, niet moet samenvallen met de door het betrokken kind beleefde socioaffectieve werkelijkheid, in een casus waarin nooit enige band, welke dan ook, tussen het kind en zijn wettelijke vader heeft bestaan, noch thans bestaat (het kind is geboren en werd opgevoed binnen een gezinskern die meer bepaald uit zijn moeder en zijn biologische vader bestond voordat die uit elkaar gingen), waardoor in feite een verkeerde en volkomen onnatuurlijke afstamming wordt bekrachtigd en beperkte rechten worden toegekend aan de biologische vader, die alleen een recht op persoonlijk contact kan eisen terwijl hij in werkelijkheid vrijwe ...


Zum Wohnsitzerfordernis 31. Zur Reichweite des Art. 18 Abs. 1 EG hat der Gerichtshof bereits entschieden, dass die vom Vertrag eröffneten Erleichterungen der Freizügigkeit ihre volle Wirkung nicht entfalten könnten, wenn ein Staatsangehöriger eines Mitgliedstaats von ihrer Wahrnehmung durch Hindernisse abgehalten werdennnte, die seinem Aufenthalt im Aufnahmemitgliedstaat infolge einer Regelung seines Herkunftsstaats entgegenstehen, die Nachteile daran knüpft, dass er von diesen Erleichterungen Gebrauch gemacht hat (Urteile vom 29. A ...[+++]

Woonplaatsvereiste 31. Aangaande de werkingssfeer van artikel 18, lid 1, EG heeft het Hof reeds geoordeeld dat de door het Verdrag toegekende rechten op het gebied van vrij verkeer hun volle werking niet kunnen ontplooien indien een onderdaan van een lidstaat ervan kan worden weerhouden deze rechten uit te oefenen door belemmeringen die bij zijn verblijf in de lidstaat van ontvangst worden opgeworpen door een regeling van zijn lidstaat van oorsprong die hem benadeelt wegens het feit ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entd ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het ...[+++]


In seinem Urteil vom heutigen Tage weist das Gericht zunächst auf das Ermessen der Kommission hinsichtlich der Bedingungen hin, die erfüllt sein müssen, damit eine Beihilfe, mit der eine beträchtliche Störung im Wirtschaftsleben eines Mitgliedstaats behoben werden soll, für mit dem Binnenmarkt vereinbar erklärt werden kann.

In zijn arrest van vandaag herinnert het Gerecht allereerst aan de beoordelingsbevoegdheid waarover de Commissie beschikt met betrekking tot de voorwaarden waaronder een steunmaatregel die een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat opheft, verenigbaar kan worden verklaard met de interne markt.


In seinem Urteil Nr. 161/2006 vom 8. November 2006 hat der Hof erkannt, dass der grundlegende Unterschied zwischen einer Ehescheidung aus einem bestimmten Grund und einer Ehescheidung wegen faktischer Trennung es auf objektive und vernünftige Weise rechtfertigt, dass die Fehler und Versäumnisse, die gegebenenfalls nachgewiesen werden müssen, um Unterhaltsgeld zu erhalten, weniger schwerwiegend sein können als die Fakten im Sinne der Artikel 229 und 231 des Zivilgesetzbuche ...[+++]

In zijn arrest nr. 161/2006 van 8 november 2006 oordeelde het Hof dat het fundamentele verschil tussen de echtscheiding op grond van bepaalde feiten en de echtscheiding op grond van feitelijke scheiding op objectieve en redelijke wijze verantwoordt dat de fouten en tekortkomingen die in voorkomend geval moeten worden bewezen om een uitkering tot levensonderhoud toegekend te krijgen, minder zwaar kunnen zijn dan de feiten ...[+++]


So hat es erst mit seinem Urteil Sison II festgestellt, dass eine nationale Entscheidung, um vom Rat wirksam zugrunde gelegt werden zu können, in einem nationalen Verfahren ergangen sein muss, das unmittelbar und in erster Linie darauf gerichtet ist, gegen den Betroffenen im Rahmen der Bekämpfung des Terrorismus eine Präventiv- oder Repressivmaßnahme zu verhängen.

Zo heeft het Gerecht pas in het arrest Sison II voor de eerste maal geoordeeld dat een nationale beslissing slechts op goede gronden door de Raad kan worden aangevoerd indien zij een onderdeel vormt van een nationale procedure die rechtstreeks en primair erop gericht is, de betrokkene in het kader van de bestrijding van terrorisme een preventieve of repressieve maatregel op te leggen.


In seinem Urteil Nr. 77/96 vom 18. Dezember 1996 hat der Hof gesagt, dass die Artikel 10 und 11 der Verfassung verletzt werden, insofern hinsichtlich der zivilrechtlichen Haftung im Rahmen der Arbeitsverhältnisse einerseits die Artikel 1382, 1383 und 1251 Nr. 3 des Zivilgesetzbuches dem Belgischen Staat gestatten, eine Regressklage gegen sein Organ einzureichen, wenn er anlässlich einer zuf ...[+++]

In zijn arrest nr. 77/96 van 18 december 1996 heeft het Hof gesteld dat de artikelen 10 en 11 van de Grondwet worden geschonden doordat inzake burgerlijke aansprakelijkheid in het kader van de arbeidsverhoudingen, enerzijds, de artikelen 1382, 1383 en 1251, 3°, van het Burgerlijk Wetboek het voor de Belgische Staat mogelijk maken verhaal uit te oefenen tegen zijn orgaan wanneer, naar aanleiding van een door dat orgaan in het kader van zijn ambt louter toevallig begane lichte fout, de Belgische Staat het slachtoffer heeft vergoed voor de schade waarvoor zi ...[+++]


« Verstösst Artikel 582 Nr. 1 des Gerichtsgesetzbuches, dem zufolge das Arbeitsgericht über Klagen gegen Entscheidungen des Ministers in bezug auf Beihilfen für Behinderte befindet, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem diese Gesetzesbestimmung, so wie sie der Kassationshof in seinem Urteil vom 9. Oktober 1995 in der Rechtssache Nr. S.95.0025.N von Malcorps Willy gegen den Belgischen Staat und der Generalprokurator H. Lenaerts in seinen Schlussanträgen vor dem Kassationshof vom 14. Dezember 1992 in der Rechtssache A.L. Nr. 8017 des Belgischen ...[+++]

« Schendt artikel 582, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek volgens hetwelk de arbeidsrechtbank kennis neemt van de beroepen tegen beslissingen van de Minister ten aanzien van tegemoetkomingen voor minder-validen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die wetsbepaling, zoals uitgelegd door het Hof van Cassatie in zijn arrest van 9 oktober 1995 in de zaak nr. S.95.0025.N van Malcorps Willy tegen de Belgische Staat en door Procureur-generaal H. Lenaerts in zijn conclusie voor Cass. van 14 december 1992 in de zaak A.R. nr. 8017 van de Belgische Staat tegen De Wilde A.C. , 1991-1992, 1429), de arbeidsrechtbank die kennis neemt van het b ...[+++]


Mit seinem Urteil vom 17. Mai 1990 (Rs. 262/88 Barber) bekräftigt der Gerichtshof seine frühere Rechtsprechung (Rs. 170/84 Bilka), so daß keinerlei Zweifel mehr möglich sind: die im Rahmen eines betrieblichen Systems gewährten Sozialleistungen werden in den Begriff des Entgelts im Sinne von Artikel 119 des Vertrags eingeschlossen.

Met zijn arrest van 17 mei 1990 (zaak 262/88/Barber) bevestigt het Hof zijn voorafgaande uitspraak (zaak 170/84/Bilka) en laat het geen enkele ruimte meer voor twijfel.


w