(25) Teilsysteme und Sicherheitsbauteile sollten in eine Seilbahn eingebaut werden dürfen, wenn sie den Bau von Seilbahnen ermöglichen, die die Bestimmungen dieser Verordnung erfüllen und die Gesundheit oder die Sicherheit von Personen oder das Eigentum nicht gefährden können, wenn sie entsprechend ihrer bestimmungsgemäßen Verwendung ordnungsgemäß errichtet, gewartet und betrieben werden.
(25) Subsystemen en veiligheidscomponenten moeten mogen worden opgenomen in een kabelbaaninstallatie op voorwaarde dat ze de constructie mogelijk maken van installaties die in overeenstemming zijn met deze verordening en geen gevaar opleveren voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor eigendommen, wanneer ze op de juiste wijze worden geïnstalleerd, onderhouden en gebruikt overeenkomstig hun beoogde doel.