Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "sei während dieses " (Duits → Nederlands) :

Schließlich wird der Behandlungsunterschied bemängelt, der durch die Artikel 26 und 147 des angefochtenen Gesetzes zum Nachteil der Magistrate im Sinne dieser Bestimmungen vorgenommen werde; diese könnten Gegenstand von Mobilitätsmaßnahmen sein, ohne dass ihr Einverständnis erforderlich sei, während dieses Einverständnis hingegen durch andere Bestimmungen dieses Gesetzes vorgeschrieben sei.

Ten slotte wordt het verschil in behandeling betwist dat de artikelen 26 en 147 van de bestreden wet zouden doorvoeren in het nadeel van de magistraten welke door die bepalingen worden beoogd : die zouden het voorwerp kunnen uitmaken van mobiliteitsmaatregelen zonder dat hun toestemming is vereist, terwijl die toestemming wel wordt geëist door andere bepalingen van die wet.


Der Gerichtshof wird gefragt, ob Artikel 36 § 2 Nr. 3 des Gesetzes vom 26. Juni 2002 vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem die in Paragraph 1 dieses Artikels vorgesehenen Fristen nicht auf die entlassenen Arbeitnehmer anwendbar seien, die den Vorteil einer Entscheidung erhielten, die nach Ablauf eines vor der Schließung des Unternehmens rechtsgültig eingeleiteten Gerichtsverfahrens ausgesprochen worden sei, während diese Fristen wohl ...[+++]

Het Hof wordt gevraagd of artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de in paragraaf 1 van dat artikel bedoelde termijnen niet van toepassing zijn op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure, die vóór de sluiting van de onderneming geldig werd ingeleid, terwijl die termijnen wel van toepassing zijn op de ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een dading die met de voorm ...[+++]


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan legt die fragliche Bestimmung in dem Sinn aus, dass die Schuldforderung der Mehrwertsteuerverwaltung in Bezug auf Leistungen, die dem Schuldner gegenüber im Zeitraum der gerichtlichen Reorganisation erbracht worden seien, wegen ihres gesetzlichen Ursprungs keine Masseschuld darstellen könne, wie jede andere institutionelle Schuldforderung gesetzlichen Ursprungs, die während dieses Zeitraums entstanden sei.

Het verwijzende rechtscollege interpreteert de in het geding zijnde bepaling in die zin dat de schuldvordering van de btw-administratie die beantwoordt aan prestaties uitgevoerd ten aanzien van de schuldenaar in de periode van gerechtelijke reorganisatie, geen boedelschuld kan uitmaken wegens de wettelijke oorsprong ervan, zoals elke andere institutionele schuldvordering van wettelijke oorsprong die tijdens die periode is ontstaan.


Die klagende Partei präzisiert, dass diese Informationen erteilt würden, während diese Institute nicht verpflichtet seien, dies zu tun in Anwendung von Punkt A.1 in Teil I der Anlage II des vorerwähnten Gesetzes, da der Betrag ihrer Konten am 30. Juni 2014 nicht höher sei als 50 000 USD.

De verzoekende partij preciseert dat die gegevens zullen worden meegedeeld, terwijl die instellingen daartoe niet gehouden zijn met toepassing van punt A.1 in deel I van bijlage II van de voormelde wet, aangezien het bedrag van haar rekeningen niet hoger ligt dan 50 000 USD op 30 juni 2014.


Das vorlegende Rechtsprechungsorgan fragt, ob Artikel I. 3 Nr. 69 Buchstabe g) des Kodex des Hochschulwesens, koordiniert durch Erlass der Flämischen Regierung vom 11. Oktober 2013 zur Kodifikation der Dekretsbestimmungen über das Hochschulwesen (nachstehend: Kodex des Hochschulwesens), vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem (angehende) Studenten keine Beschwerdemöglichkeit bei dem Rat für Streitsachen über Studienfortgangsentscheidungen (nachstehend: der Rat) gegen eine Entscheidung hätten, mit der die erste Aufnahme eines bestimmten Ausbildungsteils in einen Credit- oder Prüfungsvertrag, der auf einen individualisierten Ausbildu ...[+++]

Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel I. 3, 69°, g), van de Codex Hoger Onderwijs, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2013 tot codificatie van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs (hierna : Codex Hoger Onderwijs), bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat (kandidaat-) studenten geen beroepsmogelijkheid bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen (hierna : de Raad) hebben tegen een beslissing waarbij het voor de eerste keer opnemen van een bepaald opleidingsonderdeel in een credit- of examencontract, dat een geïndividualiseerd traject beoogt, wo ...[+++]


Aus dem Vorstehenden und aus der Begründung der Vorlageentscheidung geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 257 Absatz 1 Nr. 4 Buchstabe a) des EStGB 1992 in der auf dem Gebiet der Wallonischen Region anwendbaren Fassung mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung zu befinden, insofern durch ihn ein Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von der Steuer der natürlichen Personen unterliegenden Steuerpflichtigen eingeführt werde, die am 1. Januar 2012 Eigentümer eines nicht eingerichteten bebauten unbeweglichen Gutes gewesen seien, das während des Steuerjahres 2012 nicht benutzt worden ...[+++]

Uit het voorgaande en uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, van artikel 257, eerste lid, 4°, a), van het WIB 1992, zoals het op het grondgebied van het Waalse Gewest van toepassing is, in zoverre het een verschil in behandeling doet ontstaan tussen twee categorieën van aan de personenbelasting onderworpen belastingplichtigen die, op 1 januari 2012, eigenaar waren van een niet-ingericht bebouwd onroerend goed dat tijdens het aanslagjaar 2012 leegstaand en improductief is gebleven en die hun eigendomsrecht tijdens dat aanslagjaar hebben overgedragen via een verkoop : enerzijds, ...[+++]


Drittens kann auch der Argumentation des Klägers nicht gefolgt werden, mit der er seine Behauptung untermauert, er hätte höher eingestuft werden müssen, da erstens seine Stelle als abgeordneter nationaler Sachverständiger wegen der laut Dienstbeschreibung dafür nötigen Fähigkeiten als „sensibel“ erachtet werde, wobei seine Aufgaben seit seiner Ernennung zum Bediensteten auf Zeit in der Besoldungsgruppe AD 5 genau gleich geblieben seien, zweitens diese Dienstbeschreibung im Dezember 2012 jener von zwei anderen Mitgliedern desselben Tea ...[+++]

In de derde plaats kunnen evenmin de argumenten worden aanvaard die verzoeker aanvoert ter ondersteuning van zijn stelling dat hij in een hogere rang had moeten worden ingedeeld. Het eerste argument houdt in dat de post die hij bekleedde als gedetacheerd nationaal deskundige, gelet op de volgens de functieomschrijving vereiste bijzondere competenties, als „gevoelig” was aangemerkt, en dat zijn functies nadat hij was aangesteld als tijdelijk functionaris in rang AD 5 precies dezelfde bleven. In het tweede argument wordt gesteld dat deze functieomschrijving in december 2012 identiek was aan die van twee andere leden van hetzelfde team, die ...[+++]


Der Kassationshof fragt, ob diese Bestimmung, in Verbindung mit Artikel 149 § 1 desselben Dekrets, so wie er durch das Urteil Nr. 14/2005 des Hofes vom 19. Januar 2005 teilweise für nichtig erklärt worden ist, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, indem sich daraus ergebe, dass für Wiederherstellungsklagen, die vor dem Inkrafttreten der Bestimmungen über die gleichlautende Stellungnahme des Hohen Rates für die Wiederherstellungspolitik - am 16. Dezember 2005 - eingereicht worden seien, über die der Richter jedoch er ...[+++]

Het Hof van Cassatie vraagt of die bepaling, in samenhang gelezen met artikel 149, § 1, van hetzelfde decreet, zoals gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 14/2005 van het Hof van 19 januari 2005, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat eruit volgt dat voor herstelvorderingen die werden ingeleid vóór de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het eensluidend advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid op 16 december 2005, maar waarover de rechter pas vanaf 16 december 2005 uitspraak doet, de verplichting van het advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid niet van toepassing is, terwijl di ...[+++]


Nach Darlegung des Klägers werde gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstossen, indem die im Gesetz vom 24. Dezember 1993 in Artikel 21bis § 2 eingeführte Regelung, bei der der öffentliche Auftraggeber eine besondere Bekanntmachung vornehmen und eine Wartefrist einhalten müsse vor der Fortsetzung des Ausschreibungsverfahrens (das Stillhalteprinzip), ausschliesslich auf öffentliche Aufträge anwendbar sei, die den veranschlagten Betrag erreichten, so wie dieser vom König für die europäische Bekanntmachung festgelegt worden sei, während diese Rec ...[+++]

Volgens de verzoeker is het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie geschonden doordat de in de wet van 24 december 1993 in artikel 21bis, § 2, ingevoerde regeling waarbij de aanbestedende overheid een bijzondere kennisgeving dient te doen en een wachttermijn in acht dient te nemen voor de voortzetting van de aanbestedingsprocedure (het standstill -beginsel), uitsluitend van toepassing is op overheidsopdrachten die het geraamde bedrag bereiken, zoals bepaald door de Koning voor de Europese bekendmaking, terwijl die rechtsbeschermingsmaatregel niet geldt voor overheidsopdrachten waarvan het geraamde bedrag die drempelwaarde voor ver ...[+++]


Dem Hof wird die Frage gestellt, ob das Gesetz vom 20. Februar 1991 zur Abänderung und Ergänzung der Bestimmungen des Zivilgesetzbuches in Sachen Mietverträge in der vom 28. Februar 1991 bis zum 30. Mai 1997 geltenden Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, insofern infolge dieses Gesetzes kein schriftlicher Mietvertrag auf Lebenszeit habe geschlossen werden können bezüglich einer Immobilie, die zum Hauptaufenthaltsort bestimmt worden sei, während diese Möglichkeit vor und nach dem betreffend ...[+++]

Aan het Hof wordt de vraag voorgelegd of de wet van 20 februari 1991 houdende wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur, zoals die van toepassing was tussen 28 februari 1991 en 30 mei 1997, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre ingevolge die wet geen schriftelijke huurovereenkomst voor het leven kon worden gesloten met betrekking tot een onroerend goed dat tot hoofdverblijfplaats is bestemd, terwijl die mogelijkheid wel bestond vóór en na de betrokken periode.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'sei während dieses' ->

Date index: 2022-02-08
w