Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "sei gestellte frage offensichtlich nicht zweckdienlich " (Duits → Nederlands) :

Nach Auffassung des Ministerrates sei die gestellte Frage offensichtlich nicht zweckdienlich zur Lösung der dem vorlegenden Richter unterbreiteten Streitsache.

Volgens de Ministerraad zou de gestelde vraag klaarblijkelijk niet nuttig zijn om het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil te beslechten.


Die Frage, ob der dem vorlegenden Richter unterbreitete Streitfall individueller oder kollektiver Art sei, fällt schließlich offensichtlich nicht in die Zuständigkeit des Gerichtshofes.

De vraag of het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil individueel of collectief is, behoort, ten slotte, klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof.


In Anbetracht der vor dem Gerichtshof angeführten Elemente kann aufgrund des Umstands, dass das Nummernschild, dessen Inhaber der Fahrer ist, zum Zeitpunkt der mit Hilfe eines automatischen Radars vorgenommenen Feststellung nicht an dem Fahrzeug angebracht war, dessen Eigentümer er ist und auf das sich die Zulassung bezieht, sondern an dem von ihm gelenkten Ersatzfahrzeug, nicht geurteilt werden, dass die Frage zur Lösung der Streitsache, mit der der vorlegende Richter befasst ist, offensichtlich ...[+++]

Gezien de voor het Hof aangebrachte elementen, maakt de omstandigheid dat de nummerplaat, waarvan de bestuurder houder is, op het ogenblik van de met de flitspaal gedane vaststelling niet was aangebracht op het voertuig waarvan hij de eigenaar is en waaraan die inschrijving werd toegekend, maar op de vervangwagen die hij bestuurde, het niet mogelijk te oordelen dat de vraag klaarblijkelijk niet nuttig is om het hangende geschil voor de verwijzende rechter te beslechten.


Wird eine derartige Frage in einem schwebenden Verfahren bei einem einzelstaatlichen Gericht gestellt, dessen Entscheidungen selbst nicht mehr mit Rechtsmitteln des innerstaatlichen Rechts angefochten werden können, so ist dieses Gericht zur Anrufung des Europäischen Gerichtshofes verpflichtet (Artikel 267 Absatz 3 desselben Vertrags), es sei denn, es stellt fest, « dass die gestellte Frage nicht entscheidungserheblich ist, dass di ...[+++]

Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, is die instantie gehouden zich tot het Hof van Justitie te wenden (artikel 267, derde alinea, van hetzelfde Verdrag), tenzij zij vaststelt « dat de opgeworpen vraag niet relevant is of dat de betrokken gemeenschapsbepaling reeds door het Hof [van Justitie] is uitgelegd of dat de juiste toepassing van het gemeenschapsrecht zo evident is, dat redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan » (HvJ, 6 oktober 1982, 283/81, Srl CILFIT en L ...[+++]


Gemäß der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes « [muss] ein Gericht, dessen Entscheidungen selbst nicht mehr mit Rechtsmitteln des innerstaatlichen Rechts angefochten werden können, seiner Vorlagepflicht nachkommen [...], wenn in einem bei ihm schwebenden Verfahren eine Frage des Unionsrechts gestellt wird, es sei denn, es hat festgestellt, dass die gestellte Frage nic ...[+++]

Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie is « een rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, gehouden [...] een vraag van Unierecht die voor haar rijst, te verwijzen, tenzij zij heeft vastgesteld dat de opgeworpen vraag niet relevant is of dat de betrokken bepaling van Unierecht reeds door het Hof is uitgelegd of dat de juiste toepassing van het Unierecht zo evident is, dat redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan » (HvJ, 6 oktober 1982, C-283/81, Cilfit e.a., punt 21; HvJ, grote kamer, 18 oktober 2011, C-128/09, Boxus, punt 31).


Gemäß der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes « [muss] ein Gericht, dessen Entscheidungen selbst nicht mehr mit Rechtsmitteln des innerstaatlichen Rechts angefochten werden können, seiner Vorlagepflicht nachkommen [...], wenn in einem bei ihm schwebenden Verfahren eine Frage des Unionsrechts gestellt wird, es sei denn, es hat festgestellt, dass die gestellte Frage nic ...[+++]

Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie « [is] een rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, gehouden [...] een vraag van Unierecht die voor haar rijst, te verwijzen, tenzij zij heeft vastgesteld dat de opgeworpen vraag niet relevant is of dat de betrokken bepaling van Unierecht reeds door het Hof is uitgelegd of dat de juiste toepassing van het Unierecht zo evident is, dat redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan (zie met name arrest van 6 oktober 1982, Cilfit e.a., 283/81, Jurispr. blz. 3415, punt 21) » (HvJ, grote kamer, 18 oktober 2011, C-128/09, Boxus, punt 31).


Wird eine derartige Frage in einem schwebenden Verfahren bei einem einzelstaatlichen Gericht gestellt, dessen Entscheidungen selbst nicht mehr mit Rechtsmitteln des innerstaatlichen Rechts angefochten werden können, so ist dieses Gericht zur Anrufung des Gerichtshofes der Europäischen Union verpflichtet (Artikel 267 Absatz 3 desselben Vertrags), es sei denn, es stellt fest, « dass die gestellte Frage nicht entscheidungserheblich is ...[+++]

Indien een vraag te dezen aanzien wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, is die instantie ertoe gehouden zich tot het Hof van Justitie te wenden (artikel 267, derde alinea, van hetzelfde Verdrag), tenzij zij vaststelt « dat de opgeworpen vraag niet relevant is of dat de betrokken gemeenschapsbepaling reeds door het Hof [van Justitie] is uitgelegd of dat de juiste toepassing van het gemeenschapsrecht zo evident is, dat redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan » (HvJ, 6 oktober 1982, 283/81, CILFIT), ...[+++]


Das Gericht könne sich von Randnummer 91 dieses Urteils leiten lassen und feststellen, dass eine auf dieser Grundlage erfolgende Nichtigerklärung der angefochtenen Entscheidung nicht dazu führen müsse, dass das ganze Verwaltungsverfahren, das der Annahme der Entscheidung vorausgegangen sei, in Frage gestellt werde.

Volgens de analyse van het Koninkrijk Spanje zou het Gerecht naar het voorbeeld van punt 91 van dat arrest kunnen verklaren dat, ofschoon het bestreden besluit op deze grondslag nietig moet worden verklaard, er geen aanleiding is om de gehele administratieve procedure die heeft geleid tot de vaststelling ervan, ter discussie te stellen.


Das Gericht könne sich von Randnummer 91 dieses Urteils leiten lassen und feststellen, dass eine auf dieser Grundlage erfolgende Nichtigerklärung der angefochtenen Entscheidung nicht dazu führen müsse, dass das ganze Verwaltungsverfahren, das der Annahme der Entscheidung vorausgegangen sei, in Frage gestellt werde.

Volgens de analyse van het Koninkrijk Spanje zou het Gerecht naar het voorbeeld van punt 91 van dat arrest kunnen verklaren dat, ofschoon het bestreden besluit op deze grondslag nietig moet worden verklaard, er geen aanleiding is om de gehele administratieve procedure die heeft geleid tot de vaststelling ervan, ter discussie te stellen.


Am 18. Februar 1998 haben die referierenden Richter E. Cerexhe und H. Boel gemäss Artikel 71 Absatz 1 des organisierenden Gesetzes den Vorsitzenden M. Melchior davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, dem in beschränkter Kammer tagenden Hof vorzuschlagen, ein Urteil zu verkünden, in dem festgestellt wird, dass die gestellte Frage offensichtlich nicht in die Zuständigkeit des Hofes fällt.

Op 18 februari 1998 hebben de rechters-verslaggevers E. Cerexhe en H. Boel, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de organieke wet, voorzitter M. Melchior ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat de vraag klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort.


w