Vertaling van "seemeilen fischfang betreiben " (Duits → Nederlands) :

Vorbehaltlich der Bestimmungen nachstehender Nummer 3 dürfen die EU-Schiffe in der Fischereizone Gabuns außerhalb des Küstenstreifens von 12 Seemeilen ab den Basislinien Fischfang betreiben.
De EU-vaartuigen kunnen hun visserijactiviteiten buiten 12 zeemijl, gemeten vanaf de basislijnen, in de Gabonese visserijzone uitoefenen, onverminderd de in punt 3 vastgestelde bepalingen.

6. Abweichend von Absatz 1 dürfen Fischereifahrzeuge mit einer Länge über alles von weniger als 12 Metern Fischfang mit stationärem Fanggerät in einem Bereich bis 10 Seemeilen von den Basislinien betreiben.
6. In afwijking van lid 1 wordt vissersvaartuigen met een totale lengte van minder dan 12 meter toegestaan te vissen met staand vistuig in het gebied dat zich maximaal 10 zeemijl gemeten vanaf de basislijnen uitstrekt.

Absatz 6 Unterabsatz 1 erhält folgende Fassung: " Abweichend von Absatz 1 dürfen Fischereifahrzeuge mit einer Länge über alles von weniger als 12 Metern Fischfang mit stationärem Fanggerät in einem Bereich bis 10 Seemeilen von den Basislinien betreiben.
in lid 6 wordt de eerste alinea vervangen door: " 6. In afwijking van lid 1 wordt vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 m toegestaan te vissen met staand vistuig in het gebied dat zich maximaal 10 zeemijl gemeten vanaf de basislijnen uitstrekt.

Gemäß dem Abkommen dürfen die Fischereifahrzeuge der Gemeinschaft in der ausschließlichen Wirtschaftszone von Kap Verde außerhalb des Küstenstreifens von 12 Seemeilen ab den Basislinien Fischfang betreiben.
Krachtens de overeenkomst kunnen vissersvaartuigen van de Gemeenschap hun activiteiten uitoefenen in de EEZ van Kaapverdië buiten de 12-mijlszone te rekenen vanaf de basislijnen.

eine Vereinbarung über die Vergabe von Quoten an isländische Schiffen im Rahmen der der Gemeinschaft zugeteilten Quote und die Vergabe von Quoten an Gemeinschaftsschiffe, die in isländischen Gewässern Rotbarschfang betreiben, umzusetzen; die korrekte Anwendung des 1966 zwischen Norwegen, Dänemark und Schweden geschlossenen Übereinkommens über gegenseitigen Zugang zum Fischfang im Skagerrak und Kattegat zu gewährleisten; den wissenschaftlich gesicherten Status bestimmter Bestände in Bezug auf die Anwendung der geltenden Regelungen zur Festlegung zusätzlicher Bestimmungen für die jahresübergreifende Verwaltung der TACs und Quoten zu klären; den Antrag der Niederlande auf Anhebung der TAC für Steinbutt und Glattbutt in der Nordsee und im Europäischen Nordmeer umzusetzen; die Vereinbarung mit den Färöern über den Zugang zu den Heringsbeständen in den Gewässern der ICES-Gebiete I und II umzusetzen; die der Gemeinschaft zugeteilten zusätzlichen Fangmengen an Schwarzem Heilbutt im Gebiet östlich von Grönland zu berücksichtigen; die NEAFC-Empfehlungen für Erhaltungs- und Bewirtschaftungsmaßnahmen in Bezug auf den Rotbarschfang in den Gewässern der ICES-Gebiete I und II umzusetzen; die Bestimmungen über ersetzte oder stillgelegte Schiffe im Zusammenhang mit der Zuweisung zusätzlicher Tage für die endgültige Einstellung von Fischereiaktivitäten zu präzisieren; die Abweichung von der Meldepflicht für den Fischereiaufwand für Schiffe, die mit Überwachungsanlagen ausgestattet sind, zu präzisieren und die Angabe der Länge von passiven Fanggeräten von 2,5 Kilometern in 5 Seemeilen umzuändern, damit die Sicherheit beim Einsatz solcher Netze nicht beeinträchtigt wird.
de toepassing van een regeling voor IJslandse vaartuigen waarvan de vangsten op communautaire quota worden afgeboekt en voor EU-vaartuigen die in IJslandse wateren op roodbaars vissen; de correcte toepassing van de overeenkomst van 1966 tussen Noorwegen, Denemarken en Zweden over de wederzijdse toegang tot de visserij in het Skagerrak en het Kattegat; de verduidelijking van de wetenschappelijke status van bepaalde bestanden in verband met de bestaande regels betreffende aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC's en quota; de uitvoering van het verzoek van Nederland om de TAC’s voor tarbot en griet in de Noordzee en de Noorse Zee te verhogen; de uitvoering van de overeenkomst met de Faeröer betreffende haring in de ICES-zones I en II; de inachtneming van een aanvullende hoeveelheid zwarte heilbot ten oosten van Groenland, die aan de Gemeenschap is toegekend. de omzetting van de aanbevelingen van de NEAFC inzake instandhoudings- en beheersmaatregelen voor roodbaars in de ICES-zones I en II; de verduidelijking van de voorwaarden die gelden voor vervangen vaartuigen of vaartuigen waarvan de activiteiten worden beëindigd bij de toewijzing van extra dagen vanwege de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten; de verduidelijking van de afwijking van de meldplicht voor vaartuigen met een satellietvolgsysteem voor wat de mededelingen inzake de visserij-inspanning betreft; en de wijziging van de verwijzing naar de lengte van passief vistuig (2,5 km) in 5 zeemijl om te garanderen dat de veiligheid bij het hanteren van de netten niet in het gedrang komt.

Die bestehende Regelung, die Bestimmungen für den Zugang der Schiffe aus anderen Mitgliedstaaten umfasst, die herkömmlicherweise innerhalb dieser Zone von 12 Seemeilen Fischfang betreiben, sollte ebenfalls bis zum 31. Dezember 2002 fortgeführt werden.
Overwegende dat de huidige regeling voor de toegang ten aanzien van vissersvaartuigen uit andere Lid-Staten die hun visserijactiviteit van oudsher in de wateren binnen deze twaalfmijlsgrens uitoefenen, eveneens moet worden verlengd tot en met 31 december 2002;

(1) Die in Artikel 6 Absatz 1 Buchstabe b) genannten Frischfischfänger und die in Absatz 1 Buchstabe d) desselben Artikels genannten Krabbenfang betreibenden Frosttrawler dürfen ausserhalb der Zone von 12 Seemeilen in den der senegalesischen Gerichtsbarkeit unterstehenden Gewässern nördlich der Breite 14°27 00 N und ausserhalb einer Zone von 25 Seemeilen in den der senegalesischen Gerichtsbarkeit unterstehenden Gewässern südlich der Breite 14°27 00 N Fischfang betreiben.
1. De in artikel 6, lid 1, onder b), bedoelde trawlers waarvan de vangsten vers worden aangevoerd en de in artikel 6, lid 1, onder d), bedoelde vriestrawlers die de garnaalvisserij beoefenen, mogen vissen buiten de eerste 12 zeemijl van de wateren onder Senegalese jurisdictie ten noorden van 14°27 00 noorderbreedte en buiten de eerste 25 zeemijl van de wateren onder Senegalese jurisdictie ten zuiden van 14°27 00 noorderbreedte.