· Von anderen Übereinkommen auferlegte globale Haftungsbeschränkungen: Artikel 19 sollte von der Umsetzung ausgenommen werden, weil ein auf der Grundlage des Athener Übereinkommens gegenüber Fahrgästen für Todesfall oder Verletzungen haftbarer Beförderer sonst die Möglichkeit hätte, seine Haftung unter Hinweis auf durch sonstige Übereinkommen – wie das Übereinkommen über die Beschränkung der Haftung für Seeforderungen – festgelegte globale Haftungshöchstgrenzen zu begrenzen.
· Algemene beperking van de aansprakelijkheid voorgeschreven door andere verdragen: artikel 19 moet worden uitgesloten van de tenuitvoerlegging van de verordening, aangezien het een vervoerder die schuld heeft aan overlijden of letsel van passagiers op basis van het Verdrag van Athene in staat zou stellen zijn aansprakelijkheid te beperken door te verwijzen naar de algemene beperkingen van de aansprakelijkheid als voorgeschreven door andere verdragen, zoals het LLMC-verdrag.