Wenn eine der Personen, die bestimmt worden sind, um die Beförderungstätigkeit des Unternehmens zu leiten, das Unternehmen unter anderen als den in § 2, Absatz 1 erwähnten Umständen verlässt, legt der Minister oder sein Beauftragter eine Frist von höchstens sechs Monaten ab dem Datum des Ereignisses fest, um für die Anwerbung eines Stellvertreters zu sorgen.
Wanneer een van de personen aangewezen om de vervoerwerkzaamheden van de onderneming de onderneming verlaat in andere omstandigheden dan deze bedoeld in § 2, eerste lid, bepaalt de Minister of zijn gemachtigde een termijn van maximum zes maanden vanaf deze gebeurtenis om in de aanwerving van een plaatsvervanger te voorzien.