Vertaling van "schweren dauerhaften benachteiligungen " (Duits → Nederlands) :

11. ist der Ansicht, dass die Beibehaltung der Direktzahlungen in einem Kontext der Preisvolatilität weiterhin der Sicherung von regionaler Wettbewerbsfähigkeit und im Hinblick auf Gebiete mit schweren dauerhaften Benachteiligungen insbesondere der Lebensfähigkeit gering besiedelter landwirtschaftlicher Gebiete, wirtschaftlicher Stabilität, der Unterstützung der Beschäftigung, angemessenen und gerechten Einkommen für die Landwirte und einer nachhaltigen Entwicklung der Landwirtschaft in der Union sowie der Ernährungs- und Umweltsicherheit der EU und ihrer Fähigkeit zur Bewältigung der Herausforderungen des Klimawandels dienen sollte, damit die ordnungsgemäße Umsetzung anderer Maßnahmen und Strategien, wie etwa der Strategie Europa 2020, gewährleistet werden kann; ist daher der Auffassung, dass objektive, transparente und vereinfachte Kriterien erforderlich sind, die mehr Gleichheit zwischen den Mitgliedstaaten und den Landwirten bei der Gewährung einer angemessenen, harmonisierten und ausgeglichenen direkten Unterstützung im Rahmen des Systems der Direktzahlungen in der gesamten EU ermöglichen, wobei die historischen und in der Vergangenheit gültigen Benchmarks bei der Vergabe dieser Finanzmittel aufgegeben werden sollten und die Vergabe sinnvoll angepasst werden sollte, um den Erfordernissen der Landwirte gerecht zu werden; setzt sich dafür ein, dass bei der Wahl der Instrumente flexibel und fair vorgegangen wird, auch in Bezug auf die unterschiedlichen Betriebstypen und die geografischen Gegebenheiten, mit denen die landwirtschaftlichen Betriebe in jedem Mitgliedstaat bzw. jeder Region konfrontiert sind;
11. meent dat de rechtstreekse betalingen moeten worden gehandhaafd om, in een context van prijsvolatiliteit, regionaal concurrentievermogen en, gezien het bestaan van gebieden die met ernstige en permanente handicaps te kampen hebben, de levensvatbaarheid van vooral dunbevolkte agrarische gebieden, de economische stabiliteit, stimulering van de werkgelegenheid, voldoende en billijk inkomen voor landbouwers en een evenwichtige ontwikkeling van de landbouwsector in de EU te kunnen blijven garanderen, alsook de veiligheid van voedsel en milieu in de EU en haar vermogen om te reageren op de uitdagingen van de klimaatverandering, zodat ander beleid en andere strategieën, waaronder de Europa 2020-strategie, naar behoren kunnen worden uitgevoerd; is in dit verband van mening dat objectieve, transparante en vereenvoudigde criteria moeten worden vastgesteld die meer gelijkheid tussen de lidstaten en landbouwers bij het verstrekken van voldoende, geharmoniseerde en evenwichtige rechtstreekse steun in het kader van het systeem van rechtstreekse betalingen in de hele EU mogelijk maken, en waarbij de tot op heden gebruikte historische benchmarks voor de toewijzing van deze steun worden losgelaten en de verstrekking van steun op een zinvolle manier wordt aangepast aan de behoeften van landbouwers; pleit voor rechtvaardige en flexibele uitvoeringsinstrumenten, waarbij tevens wordt gelet op de verschillende soorten landbouwbedrijven en de typische kenmerken van de gebieden in elke lidstaat of regio waar deze bedrijven zijn gevestigd;

71. erkennt an, dass gemäß dem Vertrag ländlichen Gebieten, von industriellem Wandel betroffenen Gebieten und Regionen, die unter schweren und dauerhaften natürlichen oder demografischen Benachteiligungen leiden, wie den nördlichsten Regionen mit sehr geringer Bevölkerungsdichte sowie den Grenz- und Bergregionen und den Regionen in äußerster Randlage besondere Aufmerksamkeit gewidmet werden muss; vertritt die Auffassung, dass die in diesen Gebieten gefundenen Ressourcen und Kapazitäten eine maßgebliche Rolle für die künftigen Wettbewerbsfähigkeit der Europäischen Union spielen können; betont daher, dass diese Gebiete, die sich mit Herausforderungen konfrontiert sehen, auch im künftigen MFR berücksichtigt werden sollten; ist der Auffassung, dass für Regionen, die sich mit dauerhaften Nachteilen konfrontiert sehen, eine besondere Strategie ausgearbeitet werden muss, wie dies in der Entschließung des EP vom 22. September 2010 dargelegt wurde;
71. erkent dat volgens het Verdrag van Lissabon speciale aandacht moet worden besteed aan plattelandsgebieden, gebieden die een industriële overgang doormaken en regio's die kampen met ernstige en permanente natuurlijke of demografische belemmeringen, zoals de dunbevolkte meest noordelijke regio's, eilanden, grensoverschrijdende en berggebieden, alsmede perifere regio's; is van mening dat middelen en capaciteiten die in deze regio's voorhanden zijn een bijdrage van betekenis kunnen leveren tot de toekomstige concurrentiepositie van de Europese Unie; benadrukt dan ook dat deze probleemgebieden ook in het toekomstige MFK moeten worden erkend; is van mening dat voor regio's die te maken hebben met blijvende beperkingen een speciale strategie moet worden uitgewerkt, zoals gesteld in de resolutie van het EP van 22 september 2010;

70. erkennt an, dass gemäß dem Vertrag ländlichen Gebieten, von industriellem Wandel betroffenen Gebieten und Regionen, die unter schweren und dauerhaften natürlichen oder demografischen Benachteiligungen leiden, wie den nördlichsten Regionen mit sehr geringer Bevölkerungsdichte sowie den Grenz- und Bergregionen und den Regionen in äußerster Randlage besondere Aufmerksamkeit gewidmet werden muss; vertritt die Auffassung, dass die in diesen Gebieten gefundenen Ressourcen und Kapazitäten eine maßgebliche Rolle für die künftigen Wettbewerbsfähigkeit der Europäischen Union spielen können; betont daher, dass diese Gebiete, die sich mit Herausforderungen konfrontiert sehen, auch im künftigen MFR berücksichtigt werden sollten; ist der Auffassung, dass für Regionen, die sich mit dauerhaften Nachteilen konfrontiert sehen, eine besondere Strategie ausgearbeitet werden muss, wie dies in der Entschließung des EP vom 22. September 2010 dargelegt wurde;
70. erkent dat volgens het Verdrag van Lissabon speciale aandacht moet worden besteed aan plattelandsgebieden, gebieden die een industriële overgang doormaken en regio’s die kampen met ernstige en permanente natuurlijke of demografische belemmeringen, zoals de dunbevolkte meest noordelijke regio's, eilanden, grensoverschrijdende en berggebieden, alsmede perifere regio's; is van mening dat middelen en capaciteiten die in deze regio’s voorhanden zijn een bijdrage van betekenis kunnen leveren tot de toekomstige concurrentiepositie van de Europese Unie; benadrukt dan ook dat deze probleemgebieden ook in het toekomstige MFK moeten worden erkend; is van mening dat voor regio's die te maken hebben met blijvende beperkingen een speciale strategie moet worden uitgewerkt, zoals gesteld in de resolutie van het EP van 22 september 2010;

viii) der Regionen, die unter schweren und dauerhaften natürlichen oder demografischen Benachteiligungen leiden, wie den nördlichsten Regionen mit sehr geringer Bevölkerungsdichte sowie den Insel-, Grenz- und Bergregionen,
(viii) regio’s die kampen met ernstige en aanhoudende nadelen in verband met natuurlijke gesteldheid en bevolkingsopbouw, zoals de meest noordelijke regio’s met een lage bevolkingsdichtheid en eilanden, grensoverschrijdende en bergachtige regio’s,