36. wiederholt seine Forderung aus seiner Entschließung vom 10. April 2003, dass die Europäische Union ihre Kapazitäten im Bereich der Verteidigung in zwei Schritten ausbauen sollte: Ab 2004 sollte sie über eine 5000 Personen starke Truppe verfügen, die ständig für Rettungs- und humanitäre Einsätze zur Verfügung steht.
36. herhaalt zijn eis uit de resolutie van 10 april dat de Europese Unie haar defensiepotentieel in twee fasen moet ontwikkelen: zij dient met ingang van 2004 permanent te kunnen beschikken over een troepenmacht van 5.000 man voor reddingsdiensten en humanitaire operaties.
