Schließlich führt der Ministerrat an, dass ein gutgläubiger Dritter, der nicht an der Straftat beteiligt gewesen sei, aber dennoch mit der Einziehung von ihm gehörenden Sachen konfrontiert werde, aufgrund von Artikel 1382 des Zivilgesetzbuches Schadensersatz vom Täter verlangen könne.
Tot slot voert de Ministerraad aan dat de derde te goeder trouw die niet bij het misdrijf was betrokken, maar niettemin wordt geconfronteerd met de verbeurdverklaring van zaken die aan hem toebehoren, op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek schadevergoeding zou kunnen vorderen van de dader.