50 ml Wein werden in einer Schale (Durchmesser 10-12 cm) mit 0,5 (n-0,5) ml 1-M-Natronlauge (3.1.1.2) versetzt (n = ml 0,1 M-Natronlauge, die zur Bestimmung der Gesamtsäure von 10 ml Wein verbraucht wurden) und auf einem siedenden Wasserbad mit Hilfe eines heissen Luftstroms auf etwa 20 ml eingeengt.
Breng 50 ml wijn in een bekerglas met een doorsnede van 10-12 cm, waaraan 0,5 (n 0,5) ml natriumhydroxideoplossing (3.1.1.2) is toegevoegd (n = het voor de bepaling van totaal zuur in 10 ml wijn benodigde volume 0,1 M natriumhydroxideoplossing).