Artikel 100 Absatz 1 Nr. 1 der durch den königlichen Erlass vom 17. Juli 1991 koordinierten Gesetze über die Staatsbuchführung verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er für Schadenersatzklagen aufgrund der ausservertraglichen Haftung des Föderalstaates, der Gemeinschaften und der Regionen eine fünfjährige Verjährungsfrist ab dem ersten Januar des Haushaltsjahres, in dem die Forderung entstanden ist, vorsieht.
Artikel 100, eerste lid, 1°, van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 17 juli 1991, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre het voorziet in een vijfjarige verjaringstermijn voor vorderingen tot schadevergoeding op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid van de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten, te rekenen vanaf de eerste januari van het begrotingsjaar in de loop waarvan de vordering is ontstaan.