Aus dem Wortlaut der präjudiziellen Frage wird abgeleitet, dass bei Einreichung einer auf einer Straftat beruhenden Schadenersatzklage der Verweisungsrichter urteilt, dass diese Klage verjährt in Anwendung « eines auf die Schadenersatzklage anwendbaren Sondergesetzes » im Sinne von Artikel 26 des Präliminartitels des Strafprozessgesetzbuches, im vorliegenden Fall Artikel 15 des Gesetzes über die Arbeitsverträge, so dass die im o.a. Artikel 26 vorgesehene Regel, der zufolge die Schadenersatzklage nicht vor der öffentlichen Klage verjähren kann, angewandt werden muss.
Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag wordt afgeleid dat wanneer de vordering tot schadeloosstelling wordt ingesteld op delictuele grondslag de verwijzende rechter oordeelt dat die verjaart met toepassing « van een bijzondere wet die van toepassing is op de rechtsvordering tot vergoeding van schade » in de zin van artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, te dezen artikel 15 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten, zodat de in het voormelde artikel 26 bedoelde regel, volgens welke de rechtsvordering tot vergoeding van schade niet kan verjaren vóór de strafvordering, moet worden toegepast.