Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ausgerichteter Satz
Justierter Satz
Links-und rechtsausgerichteter Satz
MwSt.-Satz

Vertaling van "satz 1 vereinbar " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
ausgerichteter Satz | justierter Satz | links-und rechtsausgerichteter Satz

uitgevuld zetsel


mit dem reibungslosen Arbeiten der Dienstellen vereinbar

verenigbaar met de eisen van een goede werking der diensten


mit dem reibungslosen Arbeiten der Dienststellen vereinbar

verenigbaar met de eisen van een goede werking der diensten


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der Gerichtshof muss prüfen, ob Artikel 335 § 1 Absatz 2 dritter Satz des Zivilgesetzbuches vereinbar ist mit den Artikeln 10, 11, 11bis Absatz 1 und 22 der Verfassung, insofern er bestimmt, dass das Kind im Falle der Uneinigkeit oder des Ausbleibens einer Wahl den Namen des Vaters trägt.

Het Hof dient na te gaan of artikel 335, § 1, tweede lid, derde zin, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11, 11bis, eerste lid, en 22 van de Grondwet, doordat het bepaalt dat in geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, het kind de naam van de vader draagt.


Die Vorabentscheidungsfrage ist verneinend zu beantworten, insofern sie darauf abzielt, vom Gerichtshof zu vernehmen, ob Artikel 335 § 1 Absatz 2 dritter Satz des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, soweit er keine einzige Prüfung des Interesses des Kindes bei der Zuerkennung des Namens vorsehe.

De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord in zoverre zij ertoe strekt van het Hof te vernemen of artikel 335, § 1, tweede lid, derde zin, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het in geen enkele toetsing van het belang van het kind bij de naamgeving voorziet.


Der Gerichtshof muss prüfen, ob Artikel 335 § 1 Absatz 2 dritter Satz des Zivilgesetzbuches vereinbar ist mit den Artikeln 10, 11, 11bis Absatz 1 und 22 der Verfassung, insofern er bestimmt, dass das Kind im Falle der Uneinigkeit oder des Ausbleibens einer Wahl den Namen des Vaters trägt.

Het Hof dient na te gaan of artikel 335, § 1, tweede lid, derde zin, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11, 11bis, eerste lid, en 22 van de Grondwet, doordat het bepaalt dat in geval van onenigheid of bij afwezigheid van keuze, het kind de naam van de vader draagt.


Der Gerichtshof wird gefragt, ob der dritte Satz dieser Bestimmung - in der Vorabentscheidungsfrage irrtümlicherweise als zweiter Satz angegeben - mit den Artikeln 10, 11 und 172 der Verfassung vereinbar sei, insofern Gewerbebetriebsgelände, die Eigentum von juristischen Personen seien, nicht von der Nichtbenutzungsabgabe ausgeschlossen seien aufgrund des Umstandes, dass eine nicht trennbare Wohnung, die noch tatsächlich als Wohnort benutzt werde, auf dem Gewerbebetriebsgelände vorhanden sei.

Het Hof wordt gevraagd of de derde zin van die bepaling - in de prejudiciële vraag per vergissing aangeduid als de tweede zin - bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre bedrijfsruimten die eigendom zijn van rechtspersonen niet zijn uitgesloten van de leegstandsheffing op grond van de aanwezigheid in de bedrijfsruimten van een niet-afsplitsbare woning, die nog effectief als verblijfplaats wordt benut.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Die vorlegenden Richter fragen den Gerichtshof, ob Artikel 330 § 1 Absatz 1 zweiter Satz des Zivilgesetzbuches mit Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, insofern die Klage auf Anfechtung der Anerkennung väterlicherseits, die vom Mann, der das Kind anerkannt habe, ausgehe, nicht zulässig sei, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Anerkennenden habe.

De verwijzende rechters vragen aan het Hof of artikel 330, § 1, eerste lid, tweede zin, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van de vaderlijke erkenning uitgaande van de man die het kind heeft erkend, niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner.


(5) Die Mitgliedstaaten legen der Kommission spätestens bis zum 28. Dezember 2009 einen Bericht über die nationalen Anforderungen vor, deren Anwendung unter Artikel 16 Absatz 1 Unterabsatz 3 und Absatz 3 Satz 1 fallen könnte; in diesem Bericht legen sie die Gründe dar, aus denen die betreffenden Anforderungen ihres Erachtens mit den Kriterien nach Artikel 16 Absatz 1 Unterabsatz 3 und Artikel 16 Absatz 3 Satz 1 vereinbar sind.

5. Uiterlijk op 28 december 2009 dienen de lidstaten bij de Commissie een verslag in over nationale eisen waarvan de toepassing onder artikel 16, lid 1, derde alinea, en artikel 16, lid 3, eerste zin, zou kunnen vallen, met opgave van de redenen waarom zij oordelen dat de toepassing van deze eisen voldoet aan de criteria, bedoeld in artikel 16, lid 1, derde alinea, en artikel 16, lid 3, eerste zin.


« Ist Artikel 115bis des königlichen Erlasses Nr. 64 vom 30. November 1939 zur Einführung des Gesetzbuches über die Registrierungs-, Hypotheken- und Kanzleigebühren, der durch Artikel 45 des Gesetzes vom 30. März 1994 darin eingefügt wurde, vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern er den Satz von 12,5 % auf die Einbringung eines für berufliche Zwecke verwendeten unbeweglichen Gutes in eine Gesellschaft anwendet, wenn die berufliche Tätigkeit in der dauerhaften Beherbergung von Senioren besteht, und den Satz von 0, ...[+++]

« Is artikel 115bis van het koninklijk besluit nr. 64 van 30 november 1939 houdende het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, ingevoegd bij artikel 45 van de wet van 30 maart 1994, in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het tarief van 12,5 pct. toepast op de inbreng, in een vennootschap, van een onroerend goed aangewend voor beroepsdoeleinden wanneer die beroepsactiviteit bestaat in het duurzaam huisvesten van bejaarden, en het tarief van 0,5 pct. toepast op de inbreng van een onroerend goed aangewend voor andere beroepsdoeleinden dan die activiteit ?


« Ist Artikel 115bis des königlichen Erlasses Nr. 64 vom 30hhhhqNovember 1939 zur Einführung des Gesetzbuches über die Registrierungs-, Hypotheken- und Kanzleigebühren, der durch Artikel 45 des Gesetzes vom 30hhhhqMärz 1994 darin eingefügt wurde, vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern er den Satz von 12,5 % auf die Einbringung eines für berufliche Zwecke verwendeten unbeweglichen Gutes in eine Gesellschaft anwendet, wenn die berufliche Tätigkeit in der dauerhaften Beherbergung von Senioren besteht, und den Satz ...[+++]

« Is artikel 115bis van het koninklijk besluit nr. 64 van 30 november 1939 houdende het Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten, ingevoegd bij artikel 45 van de wet van 30 maart 1994, in overeenstemming met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het tarief van 12,5 pct. toepast op de inbreng, in een vennootschap, van een onroerend goed aangewend voor beroepsdoeleinden wanneer die beroepsactiviteit bestaat in het duurzaam huisvesten van bejaarden, en het tarief van 0,5 pct. toepast op de inbreng van een onroerend goed aangewend voor andere beroepsdoeleinden dan die activiteit ?


(4) Vorschriften, die mit Satz 1 vereinbar sind, gelten nicht als mit Satz 2 unvereinbar, wenn alle unter die Vorschriften fallenden Waren im Inland in erheblichen Mengen hergestellt werden.

(4) Regelingen die verenigbaar zijn met het bepaalde in de eerste zin, worden niet beschouwd als in strijd met het bepaalde in de tweede zin, indien alle onder deze regelingen vallende producten in substantiële hoeveelheden in het binnenland worden vervaardigd.


Der vorlegende Richter möchte erfahren, ob Artikel 330 § 1 Absatz 1 zweiter Satz des Zivilgesetzbuches mit Artikel 22 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei, insofern die Klage auf Anfechtung der Anerkennung väterlicherseits, die vom Mann, der das Kind anerkannt habe, ausgehe, nicht zulässig sei, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Anerkennenden habe.

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 330, § 1, eerste lid, tweede zin, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van de vaderlijke erkenning uitgaande van de man die het kind heeft erkend, niet ontvankelijk is indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner.




Anderen hebben gezocht naar : mwst     ausgerichteter satz     justierter satz     links-und rechtsausgerichteter satz     satz 1 vereinbar     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'satz 1 vereinbar' ->

Date index: 2021-05-14
w