(2a) Unbeschadet von Absatz 2 dürfen untermaßige Sardinen, Sardellen, Stöcker oder Makrelen, die als lebende Köder verwendet werden sollen, an Bord behalten werden, sofern sie lebend aufbewahrt werden.
2 bis. In afwijking van lid 2 mag ondermaatse sardine, ansjovis, horsmakreel en makreel die is gevangen om als levend aas te worden gebruikt, aan boord worden gehouden, op voorwaarde dat ervoor wordt gezorgd dat deze soorten in leven blijven.