(3) Bei schweren oder wiederholten leichten Verstössen gegen die Beförderungsbestimmungen prüfen die zuständigen Behörden des Niederlassungsmitgliedstaats die Einzelheiten der Anwendung der Sanktionen nach Artikel 8 Absatz 3 und unterrichten die zuständigen Behörden des Mitgliedstaats, in dessen Hoheitsgebiet die Zuwiderhandlungen festgestellt wurden, von ihrer Entscheidung.
3. In geval van ernstige inbreuk of van kleinere en herhaalde inbreuken op de voorschriften inzake vervoer onderzoeken de bevoegde instanties van de Lid-Staat van vestiging van de vervoerondernemer hoe zij de in artikel 8, lid 3, vastgestelde sancties zullen toepassen en stellen zij de bevoegde instanties van de Lid-Staat op wiens grondgebied de inbreuk is geconstateerd, op de hoogte van hun besluit.