Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Eigentum an unbeweglichen Sachen
Gewerblicher Mietvertrag
Grundstück
Immobilien
Leasingverträge verwalten
Liegenschaft
Liegenschaftsrecht
Mietvertrag
Mietvertrag auf Lebenszeit
Mietvertrag kurzer Dauer
Mietvertrag mit Kaufanwartschaft
Mietvertrag mit Vorkaufsrecht
Mietverträge verwalten
Unbewegliches Gut
Unbewegliches Vermögen
Unterbrochener Mietvertrag

Traduction de «sachen mietverträge » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Mietvertrag mit Kaufanwartschaft | Mietvertrag mit Vorkaufsrecht

huurkoop








Mietvertrag kurzer Dauer

huurovereenkomst van korte duur


Mietvertrag auf Lebenszeit

huurovereenkomst voor het leven


unterbrochener Mietvertrag

verbreking van de huurovereenkomst


Leasingverträge verwalten | Mietverträge verwalten

administratie van leaseovereenkomsten beheren


Mietvertrag

huur | huurovereenkomst | pacht | pachtovereenkomst | verhuring | verpachting


Eigentum an unbeweglichen Sachen [ Grundstück | Immobilien | Liegenschaft | Liegenschaftsrecht | unbewegliches Gut | unbewegliches Vermögen ]

onroerend eigendom [ onroerende goederen | onroerende zaken | onroerend goed | onroerendgoedrecht ]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Dieses Ziel wurde in den Vorarbeiten zum Gesetz vom 13. April 1997 zur Abänderung gewisser Bestimmungen in Sachen Mietverträge bestätigt (Parl. Dok., Kammer, 1996-1997, Nr. 717/1, S. 2).

Dat doel is bevestigd in de parlementaire voorbereiding van de wet van 13 april 1997 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de huurovereenkomsten (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 717/1, p. 2).


Der Umstand, dass die unterschiedlichen Rechtsvorschriften in Sachen Mietverträge und ihre Ziele gewisse Unterschiede aufweisen, ändert daran nichts.

De omstandigheid dat de onderscheiden huurwetgevingen en hun doelstellingen bepaalde verschillen vertonen, doet daaraan niets af.


Die vorlegenden Richter befragen den Hof zu dem Behandlungsunterschied, der sich aus der Abänderung von Artikel 3 § 5 des Gesetzes vom 20. Februar 1991 in Sachen Mietverträge in Bezug auf den Hauptwohnort des Mieters durch Artikel 73 des Programmgesetzes vom 27. Dezember 2006 ergebe zwischen einerseits einem Mieter, der einen Mietvertrag von neun Jahren geschlossen habe und auf den die besagte Bestimmung in Ermangelung einer Registrierung des Mietvertrags durch den Vermieter angewandt werde, und andererseits einem Mieter, der einen Mietvertrag von kurzer Dauer geschlossen habe und auf den im gleichen Fall die fragliche Bestimmung nicht a ...[+++]

De verwijzende rechters stellen het Hof een vraag over het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de wijziging, door artikel 73 van de programmawet van 27 december 2006, van artikel 3, § 5, van de wet van 20 februari 1991 betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder, tussen, enerzijds, de huurder die een huurovereenkomst van negen jaar heeft gesloten en op wie de genoemde bepaling van toepassing is bij niet-registratie van de huurovereenkomst door de verhuurder en, anderzijds, de huurder die een huurovereenkomst van kortere duur heeft gesloten en op wie de in het geding zijnde bepaling n ...[+++]


« Beinhaltet das Programmgesetz vom 27. Dezember 2006 keine Diskriminierung angesichts der Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es in seinem Artikel 73 bestimmt, dass solange der Mietvertrag nach der in Artikel 32 Nr. 5 des Registrierungs-, Hypotheken- und Kanzleigebührengesetzbuches erwähnten Frist von zwei Monaten nicht registriert worden ist, weder die in Artikel 3 Absatz 1 des Gesetzes vom 20. Februar 1991 in Sachen Mietverträge in Bezug auf den Hauptwohnort des Mieters erwähnte Kündigungsfrist noch die in Absatz 2 dieses Artikels erwähnte Entschädigung Anwendung findet, wobei diese Bestimmung sich nur auf Paragraph 5 desselben Ar ...[+++]

« Houdt de programmawet van 27 december 2006 geen discriminatie ten aanzien van de artikelen 10 of 11 van de Grondwet in, doordat zij in artikel 73 bepaalt dat zolang de huurovereenkomst niet geregistreerd is na de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 32, 5°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zowel de opzeggingstermijn bedoeld in het eerste lid van artikel 3 van de wet van 20 februari 1991 betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder, als de vergoeding bedoeld in het tweede lid van dat artikel, niet van toepassing zijn, waarbij die bepaling enkel paragraaf ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Beinhaltet das Programmgesetz vom 27hhhhqDezember 2006 keine Diskriminierung angesichts der Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es in seinem Artikel 73 bestimmt, dass solange der Mietvertrag nach der in Artikel 32 Nr. 5 des Registrierungs-, Hypotheken- und Kanzleigebührengesetzbuches erwähnten Frist von zwei Monaten nicht registriert worden ist, weder die in Artikel 3 Absatz 1 des Gesetzes vom 20hhhhqFebruar 1991 in Sachen Mietverträge in Bezug auf den Hauptwohnort des Mieters erwähnte Kündigungsfrist noch die in Absatz 2 dieses Artikels erwähnte Entschädigung Anwendung findet, wobei diese Bestimmung sich nur auf Paragraph 5 dessel ...[+++]

« Houdt de programmawet van 27 december 2006 geen discriminatie ten aanzien van de artikelen 10 of 11 van de Grondwet in, doordat zij in artikel 73 bepaalt dat zolang de huurovereenkomst niet geregistreerd is na de termijn van twee maanden bedoeld in artikel 32, 5°, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, zowel de opzeggingstermijn bedoeld in het eerste lid van artikel 3 van de wet van 20 februari 1991 betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder, als de vergoeding bedoeld in het tweede lid van dat artikel, niet van toepassing zijn, waarbij die bepaling enkel paragraaf ...[+++]


Aus dem Sachverhalt geht hervor, dass sich die präjudizielle Frage auf die Vereinbarkeit von Artikel 6 Absatz 1 von Abschnitt II (« Besondere Regeln über die Mietverträge betreffend den Hauptaufenthaltsort des Mieters ») von Buch III Titel VIII Kapitel II des Zivilgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 2 des Gesetzes vom 20. Februar 1991 « zur Abänderung und Ergänzung der Bestimmungen des Zivilgesetzbuches in Sachen Mietverträge » und ersetzt durch Artikel 8 des Gesetzes vom 13. April 1997 « zur Abänderung gewisser Bestimmungen in Sachen Mietverträge », mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung bezieht. Er bestimmt:

Uit de feiten van het geding blijkt dat de prejudiciële vraag betrekking heeft op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 6, eerste lid, van afdeling II (« Regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder ») van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 2 van de wet van 20 februari 1991 « houdende wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur » en vervangen bij artikel 8 van de wet van 13 april 1997 « tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de huurovereenkomsten ...[+++]


Durch Artikel 2 des Gesetzes vom 20. Februar 1991 zur Abänderung und Ergänzung der Bestimmungen des Zivilgesetzbuches in Sachen Mietverträge ist in Buch III Titel VIII Kapitel II des Zivilgesetzbuches, nach Artikel 1762bis , ein Abschnitt II eingefügt worden mit der Überschrift « Besondere Regeln über die Mietverträge betreffend den Hauptaufenthaltsort des Mieters », der anwendbar ist « auf Mietverträge, die sich auf eine Wohnung beziehen, die der Mieter mit ausdrücklicher oder stillschweigender Zustimmung des Vermieters ab dem Zeitpunkt der Nutzniessung zu seinem Hauptaufenthaltsort bestimmt » und dessen seitdem durch das Gesetz vom 13. ...[+++]

Bij artikel 2 van de wet van 20 februari 1991 houdende wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur is in boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, na artikel 1762bis , een afdeling II ingevoegd met als opschrift « Regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder », die van toepassing is « op huurovereenkomsten betreffende een woning die de huurder, met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van de verhuurder, vanaf de ingenottreding tot zijn hoofdverblijfplaats bestemt » en waarvan artikel 2, aangevuld sedert de wet van ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'sachen mietverträge' ->

Date index: 2024-12-09
w