(4) Die Mitgliedstaaten können vorschreiben, dass die bei Rücknahmestellen nach den Absätzen 2 und 3 zurückgegebenen Elektro- und Elektronik-Altgeräte den Herstellern oder in ihrem Namen handelnden Dritten ausgehändigt werden oder — für die Zwecke der Vorbereitung zur Wiederverwendung — an dafür benannte Anlagen oder Betriebe übergeben werden.
4. De lidstaten kunnen vereisen dat de AEEA die wordt ingeleverd bij de in de leden 2 en 3 bedoelde inzamelingsinrichtingen, wordt afgegeven bij de producenten of derden die in hun naam handelen dan wel, met het oog op de voorbereiding voor hergebruik, bij aangewezen inrichtingen of bedrijven.