36. unterstreicht die Notwendigkeit der Gegenseitigkeit der Beziehungen von Kurzstreckenseeverkehr und Fluß-See-Schiffahrt zwischen der Europäischen Union und Rußland als Mittel zur Schaffung neuer Marktchancen für die Entwicklung des Kurzstreckenseeverkehrs; bedauert in dieser Hinsicht, daß das russische Wasserstraßennetz noch immer nicht für Schiffe unter EU-Flagge zugänglich ist; drängt bei der Kommission und den Mitgliedstaaten darauf, in Verhandlungen für eine rasche Öffnung des russischen Wasserstraßennetzes einzutreten, wie sie im Partnerschafts- und Zusammenarbeitsabkommen mit Rußland vorgesehen ist;
36. onderstreept de noodzaak van wederkerigheid in de relaties voor korte vaart en zee-riviervaart tussen de EU en Rusland als een middel om nieuwe marktopportuniteiten te creëren voor de ontwikkeling van de korte vaart; betreurt in dat opzicht dat het Russische waterwegennet nog altijd niet toegankelijk is voor schepen met EU-vlag; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om te onderhandelen ten voordele van een spoedige opening van het Russische waterwegennet zoals voorzien in de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst met Rusland;
