(26) EuGH vom 17. Juni 1999 in der Rs. C-75/97 ("Maribel"), Belgien/Kommission, Rdnrn. 48 und 51; vom 15. Juni 2000 in der Rs. T-298/97, Alzetta, Mauro u. a./Kommiss
ion, Rdnrn. 80-82; Schlussanträge des Generalanwalts General Ruiz-Jarabo vom 17. Mai 2001 in der Rs. C-310/99, Italienische Republik/Kommission, Rdnrn. 54 f.; Schlussanträge des Generalanwalts Saggio vom 27. Januar 2000 in der Rs. C-156/98, Deutschland/Kommission: "Insoweit ist es für die Fest
stellung, dass sich eine allgemein ...[+++]e Beihilferegelung auf den Handel auswirkt, ausreichend, dass im Rahmen einer Ex-ante-Betrachtung vernünftigerweise davon ausgegangen werden kann, dass diese Auswirkung eintreten kann.(26) Arrest van het Hof van Justitie van 17 juni 1999 in zaak C-75/97 (Maribel), België tegen Commissie, rechtsoverwegingen 48 en 51, arrest
van het Gerecht van eerste aanleg van 15 juni 2000 in zaak T-298/97, Alzetta, Mauro en anderen tegen Commissie, rechtsoverwegingen 80 en 82; conclusies va
n advocaat-generaal Ruiz-Jarabo van 17 mei 2001 in zaak C-310/99 Italië tegen Commissie, rechtsoverwegingen 54 en 55, en conclusies van advocaat-generaal Saggio van 27 januari 2000 in zaak C-156/98, Duitsland tegen Commissie, rechtsoverweging 3
...[+++]1: "In dit opzicht dient erop te worden gewezen dat het in het kader van een algemene steunregeling volstaat via een ex-antebeoordeling vast te stellen dat de regeling redelijkerwijze kan worden geacht dergelijke gevolgen mee te brengen om te kunnen bepalen dat de regeling gevolgen heeft voor het handelsverkeer.