(13) Im Rahmen der in Absatz 11 genannten möglichen Ausnahmen von den Bestimmungen in Absatz 5 können die in Absatz 4 Buchstabe a festgelegten Ruhezeiten in höchstens drei Zeiträume aufgeteilt werden, von denen einer mindestens sechs Stunden, die beiden übrigen mindestens je eine Stunde dauern.
13. In het kader van de mogelijke afwijkingen van lid 5, waarvan in lid 11 sprake is, mogen de rusturen waarvan sprake is in lid 4, onder a), worden verdeeld over niet meer dan drie perioden waarvan er één minstens zes uur en geen enkele van de twee andere perioden minder dan één uur lang is.