Genauer gesagt, scheut die Kommission trotz ihrer Rolle als Hüterin des Vertrags davor zurück, sich mit den Regierungen der Mitgliedstaaten wegen Artikel 296 anzulegen, um durchzusetzen, daß viele Rüstungserzeugnisse dem Binnenmarkt unterliegen sollten?
Wat mij vooral bezighoudt, is de vraag of de Commissie ondanks haar rol als hoedster van het Verdrag bang is de confrontatie met de lidstaten aan te gaan op het stuk van artikel 296. Durft zij het standpunt niet af te dwingen dat een groot aantal defensieproducten onder de regels van de interne markt horen te vallen?