Vertaling van "rinder oder ziegen gehalten haben " (Duits → Nederlands) :

2° die 2016 Schafe, Rinder oder Ziegen gehalten haben.
2° die schapen, runderen of geiten in 2016 hebben gehouden.

Die in Artikel 11 § 3 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 3. September 2015 genannten Koeffizienten lauten wie folgt: 1° Rinder von 2 Jahren und älter, Pferde von 1 Jahr und älter: 1 GVE; 2° Rinder von null bis sechs Monaten: 0,4 GVE; 3° Rinder von 6 Monaten bis 2 Jahren: 0,6 GVE; 4° Schafe oder Ziegen von mehr als sechs Monaten: 0,15 GVE; 5° Hirsche von mehr als sechs Monaten: 0,25 GVE.
De coëfficiënten bedoeld in artikel 11, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 zijn de volgende : 1° runderen van twee jaar en ouder, paardachtigen van één jaar en ouder : 1 GVE; 2° runderen van nul tot zes maanden : 0,4 GVE; 3° runderen tussen zes maanden en twee jaar : 0,6 GVE; 3° schapen of geiten ouder dan zes maanden : 0,15 GVE; 5° hertachtingen ouder dan zes maanden : 0,25 GVE.

Abschnitt 5 - Korrekturfaktoren der Referenzzahl Art. 15 - In Abweichung von Artikel 9 § 1 werden nur für das Jahr 2015 Korrekturfaktoren zugunsten der Landwirte eingesetzt, die im Jahr 2013: 1° mehr Abkalbungen von Mutterkühen des Fleischtyps als beihilfefähige weibliche Rinder des Fleischtyps gezählt haben; 2° mehr als 40 % junge weibliche Rinder im Verhältnis zu den beihilfefähigen weiblichen Rindern des Fleischtyps gehalten haben.
Afdeling 5. - Factoren die het referentie-aantal corrigeren Art. 15. In afwijking van artikel 9, § 1, wordt slechts voor het jaar 2015 voorzien in corrigerende factoren ten gunste van de landbouwers die in 2013 : 1° hetzij meer kalveren van het vleestype dan subsidiabele vrouwelijke vleesrunderen hebben geïnventariseerd; 2° hetzij meer dan 40 percent jonge vrouwtjes ten opzichte van de subsidiabele vrouwelijke vleesrunderen gehouden hebben.

ii) das Identifizierungsdokument oder das Verbringungsdokument für gehaltene Rinder, Schafe, Ziegen;
ii) het identificatiedocument of verplaatsingsdocument voor gehouden dieren die tot een runder-, schapen- of geitensoort behoren;

vii) Identifizierungsdokumente oder Verbringungsdokumente für gehaltene Landtiere, ausgenommen Rinder, Schafe, Ziegen, Schweine, Equiden und Heimtiere, gemäß Artikel 113 Buchstabe b;
vii) de in artikel 113, onder b), bedoelde identificatiedocumenten of verplaatsingsdocumenten voor andere gehouden landdieren dan runderen, schapen, geiten, varkens, paardachtigen en gezelschapsdieren;

Allerdings können traditionelle Nutztiere, z. B. Pferde, Esel, Rinder, Schafe, Ziegen oder Schweine, auch für andere Zwecke gehalten werden, etwa als Heimtiere oder Arbeitstiere oder für Tierschauen oder den Sport.
Traditionele landbouwhuisdieren zoals paarden, ezels, rundvee, schapen, geiten en varkens kunnen ook voor andere doeleinden worden gehouden, bijvoorbeeld als gezelschapsdier of als dieren die in shows, voor het werk of voor sportieve activiteiten worden gebruikt.

i)dürfen geregelte Sammelstellen für junge Rinder, Schafe oder Ziegen zwischen dem Ursprungshaltungsbetrieb und dem Aufzucht- oder Mastbetrieb sowie zwischen diesen Betrieben und dem Schlachthof genutzt werden.
i)mogen gereglementeerde verzamelplaatsen voor de jonge runderen, schapen of geiten worden gebruikt tussen het bedrijf van herkomst en het opfok- of mestbedrijf, alsook tussen deze bedrijven en het slachthuis.

Eine Zusatzprämie von 7 EUR je Tier wird für Schaf- und Ziegenhalter in benachteiligten Gegenden oder in geografischen Gebieten gezahlt, in denen Schafe und/oder Ziegen traditionell als Wandertiere gehalten werden.
Aan geiten- en schapenhouders in probleemgebieden of in een geografisch gebied waar verweiding een traditionele activiteit is, wordt een aanvullende premie van 7 euro per dier toegekend.

a) Abweichend von Artikel 131 Absatz 2 Buchstabe a) werden zur Bestimmung der Besatzdichte der Betriebe die männlichen Rinder, Kühe und Färsen, die während des betreffenden Kalenderjahres im Betrieb eingestellt waren, sowie die Schafe und/oder Ziegen berücksichtigt, für die Prämienanträge für das gleiche Kalenderjahr gestellt worden sind.
a) wordt in afwijking van artikel 131, lid 2, onder a), bij de vaststelling van het veebezettingsgetal van het bedrijf rekening gehouden met de mannelijke runderen, koeien en vaarzen die tijdens het betrokken kalenderjaar op dat bedrijf aanwezig zijn, en met de schapen en/of de geiten waarvoor voor dat kalenderjaar premieaanvragen zijn ingediend.