Voor de berekening van de solvabiliteitsmarge als voor
geschreven bij deze richtlijn, kunnen de lidstaten bepalen dat verzekeringsondernemingen die onderworpen zijn aan het aanvullende toezicht overeenkomstig Richtlijn 98/78/EG dan wel aan het aanvullende toezicht overeenkomstig Richtlijn 2002/87/EG, de in de vierde alinea, onder a) en b), bedoelde bestanddelen die worden
gehouden in kredietinstellingen, financiële instellingen, verzekeringsondernemingen, herverzekeringsondernemingen of verzekeringsholdings die onder het aanvullende to
...[+++]ezicht vallen, niet hoeven af te trekken.