(1) Maßnahmen, die die Mitgliedstaaten gemäß dieser Richtlinie treffen können, um gleiche Ausgangsbedingungen zu gewährleisten, müssen mit dem Vertrag, insbesondere Artikel 30, und den Rechtsvorschriften der Gemeinschaft vereinbar sein.
1. De maatregelen die de lidstaten uit hoofde van deze richtlijn kunnen nemen om voor gelijke mededingingsvoorwaarden te zorgen, moeten verenigbaar zijn met het Verdrag, met name artikel 30, en de Gemeenschapswetgeving.