Die klagende Partei vor dem vorlegenden Richter ficht ferner die Sachdienlichkeit der Vorabentscheidungsfragen an, weil die fragliche Bestimmung der Stadt Limbourg keine andere Wahl lasse, als im vorliegenden Fall der Sonderschule, deren Organisationsträger diese Partei sei, Sozialvorteile zu gewähren.
De eisende partij voor de verwijzende rechter betwist voorts het nut van de prejudiciële vragen omdat de in het geding zijnde bepaling aan de stad Limburg geen andere keuze zou laten dan, in het onderhavige geval, sociale voordelen toe te kennen aan de instelling voor buitengewoon onderwijs waarvan die partij de inrichtende macht is.