Die Mitgliedstaaten können insbesondere mit Unternehmens- und Verbraucherverbänden, Umweltorganisationen, Gewerkschaften, kommunalen Einrichtungen und anderen relevanten Interessenträgern zusammenarbeiten.
De lidstaten mogen in het bijzonder samenwerken met beroepsverenigingen, consumentenorganisaties, milieuorganisaties, vakverenigingen, plaatselijke instellingen en andere belanghebbenden.