11. fordert die Mitgliedstaaten mit Nachdruck auf, zugunsten der in Artikel 7 verankerten Normen des Verbraucherschutzes in irgendeiner Form für die Einrichtung von staatlich garantierten Sicherungsfonds in Verbindung mit von dem betreffenden Reiserveranstalter hinterlegten Bürgschaften zu sorgen; betont, dass es nicht statthaft ist, dass die Verbraucher die Heimreise bei Zahlungsunfähigkeit oder Konkurs des Veranstalters und/oder Vermittlers zunächst selbst finanzieren müssen;
11. dringt erop aan dat de lidstaten ter bekrachtiging van de consumentenbeschermingsnormen van artikel 7 voorzien in enigerlei vorm van door de overheid gewaarborgde steunfondsen, in combinatie met door de betrokken toeroperator gedeponeerde borgsommen; dringt erop aan dat de consument niet wordt verplicht om vooraf zijn of haar eigen repatriëring in geval van insolvabiliteit van een organisator en/of doorverkoper te financieren;