Angesichts der im Sondergesetz vom 16. Januar 1989 festgelegten Zuständigkeit für die regionalen Steuern darf der föderale Gesetzgeber weder von der Erhebung dieser Steuern für den Dienst, für den die Föderalbehörde gemäss Artikel 5 § 3 des Sondergesetzes sorgt, absehen, noch diese Steuern als entrichtet betrachten, ohne dass der durch die zuständige Regionalbehörde festgesetzte Satz gezahlt wurde.
Gelet op de in de bijzondere wet van 16 januari 1989 neergelegde bevoegdheid inzake de gewestelijke belastingen, komt het de federale wetgever niet toe af te zien van de inning van die belastingen voor de dienst waarvan de federale overheid overeenkomstig artikel 5, § 3, van die bijzondere wet instaat, noch die belastingen als voldaan te beschouwen zonder dat het door de bevoegde gewestelijke overheid bepaalde tarief werd betaald.
