Vertaling van "regionalen ebene verbleiben " (Duits → Nederlands) :

8. fordert die Kommission auf, das BIP als Hauptkriterium für die Feststellung der Förderungsfähigkeit in Bezug auf Mittel der Regionalpolitik auf EU-Ebene für den nächsten Programmplanungszeitraum 2014–2020 beizubehalten; weist darauf hin, dass den zuständigen nationalen Stellen in diesem Zusammenhang und mit dem Ziel, ein vollständigeres Bild der regionalen Kohäsionspolitik zu erhalten, ein Spielraum dafür verbleiben muss, auf geeigneter Entscheidungsebene andere Indikatoren heranzuziehen, was die Konzipierung von EU-Maßnahmen und deren Umsetzung anbelangt; vertritt die Auffassung, dass im Zusammenhang mit der Durchführung regionaler Programme und im Einklang mit dem Subsidiaritätsprinzip die Debatte über leicht und genau messbare Indikatoren als Ergänzung zum BIP und die Prüfung dieser Indikatoren ein vollständigeres Bild der Erfolge der regionalen Kohäsionspolitik liefern könnten, damit der Sachverstand auf nationaler Ebene mit den zentralen Zielen auf EU-Ebene in Einklang gebracht werden kann;
8. verzoekt de Commissie het bbp als belangrijkste criterium te blijven handhaven om te bepalen of regio's voor de komende programmeringsperiode 2014-2020 in aanmerking komen voor steun op Europees niveau in het kader van het regionaal beleid; wijst er in dit verband op dat de nationale autoriteiten, ten einde zo spoedig mogelijk een vollediger beeld te krijgen van het regionale cohesiebeleid, de ruimte moeten hebben om op het passende niveau van het besluitvormingsproces andere indicatoren te gebruiken voor het uitstippelen en uitvoeren van EU-beleidsmaatregelen; is met betrekking tot de uitvoering van regionale programma's van oordeel dat de discussie over en de overweging van onmiddellijk en nauwkeurig meetbare indicatoren naast het bbp, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, een vollediger beeld zouden kunnen bieden van de resultaten van het regionale cohesiebeleid, zodat nationale expertise en centrale doelstellingen op EU-niveau met elkaar in overeenstemming kunnen worden gebracht;

13. fordert von den Mitgliedstaaten die Entwicklung eines Ansatzes, der gemeinschaftliche Kriterien für eine vergleichbare Beschreibung audiovisueller Inhalte unter Beteiligung der Anbieter, der Verbraucher/innen, der für den Jugendschutz zuständigen nationalen und regionalen Stellen sowie der Wissenschaft aufstellt, wobei die Bewertung der Inhalte aber nicht zuletzt aufgrund der kulturellen Unterschiede weiterhin auf der nationalen bzw. regionalen Ebene verbleiben sollte, die Bewertungssysteme für die unterschiedlichen Medien aber stärker aufeinander abgestimmt werden sollten;
13. dringt bij de lidstaten aan op de ontwikkeling van een op gemeenschappelijke criteria berustend concept voor een vergelijkbare beschrijving van audiovisuele inhouden, waarbij aanbieders, consumenten, de voor jeugdbescherming bevoegde nationale en regionale instanties alsmede academici betrokken worden, waarbij de beoordeling van de inhouden, niet in de laatste plaats wegens culturele verschillen, ook in de toekomst op nationaal respectievelijk regionaal niveau plaats dient te vinden, maar waarbij de beoordelingssystemen voor de diverse media sterker op elkaar dienen te worden afgestemd;

13. fordert von den Mitgliedstaaten die Entwicklung eines Ansatzes, der gemeinschaftliche Kriterien für eine vergleichbare Beschreibung audiovisueller Inhalte unter Beteiligung der Anbieter, der Verbraucher/innen, der für den Jugendschutz zuständigen nationalen und regionalen Stellen sowie der Wissenschaft aufstellt, wobei die Bewertung der Inhalte aber nicht zuletzt auf Grund der kulturellen Unterschiede weiterhin auf der nationalen bzw. regionalen Ebene verbleiben sollte, die Bewertungssysteme für die unterschiedlichen Medien aber stärker aufeinander abgestimmt werden sollten;
13. dringt bij de lidstaten aan op de ontwikkeling van een op gemeenschappelijke criteria berustend concept voor een vergelijkbare beschrijving van audiovisuele inhouden, waarbij aanbieders, consumenten, de voor jeugdbescherming bevoegde nationale en regionale instanties alsmede academici betrokken worden, waarbij de beoordeling van de inhouden, niet in de laatste plaats wegens culturele verschillen, ook in de toekomst op nationaal respectievelijk regionaal niveau plaats dient te vinden, maar waarbij de beoordelingssystemen voor de diverse media sterker op elkaar dienen te worden afgestemd;