(4) Die Mitgliedstaaten benennen für jedes operationelle Programm eine von der Verwaltungsbehörde und der Bescheinigungsbehörde funktionell unabhängige nationale, regionale oder lokale Behörde oder öffentliche Stelle als Prüfbehörde.
4. De lidstaten wijzen voor elk operationeel programma een nationale, regionale of plaatselijke openbare autoriteit of instantie als auditautoriteit aan, die functioneel onafhankelijk is van de managementautoriteit en de certificeringsautoriteit.