Folglich befanden sich während des Zeitraums, auf den sich die vor dem vorlegenden R
echtsprechungsorgan anhängige Streitsache bezieht, die Mitglieder des Lehrpersonals, die ein Mandat als S
chöffe ausübten, in einer anderen verordnungsrechtlichen Lage als die Personalmitglieder der anderen öffentlichen Dienste, die das gleiche Mandat ausübten, da für die
Letztgenannten die Regelung ...[+++] über den politischen Urlaub galt, während eine solche Regelung nicht für die Lehrkräfte bestand.
Daaruit volgt dat, gedurende de periode waarop het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil betrekking heeft, de leden van het onderwijzend personeel die een schepenmandaat uitoefenden zich in een andere reglementaire situatie bevonden dan de personeelsleden van de andere overheidsdiensten, die eenzelfde mandaat uitoefenden, aangezien voor die laatsten de reglementering betreffende het politiek verlof toepasselijk was, terwijl een dergelijke reglementering niet bestond voor de leerkrachten.