Die Allokation sollte unmittelbar nach der bei einem Verfahrensschritt erfolgenden Herstellung eines Nebenerzeugnisses (eines Stoffes, der in der Regel lagerfähig oder handelbar ist) und eines Biokraftstoffs/flüssigen Biobrennstoffs/Zwischenerzeugnisses vorgenommen werden.
De toewijzing moet direct worden toegepast zodra in een processtap een bijproduct (een stof die normaal gesproken opgeslagen of verhandeld kan worden) en biobrandstof/vloeibare biomassa/tussenproduct is geproduceerd. Het kan hierbij gaan om een processtap binnen een installatie, waarna een van de producten verderop in de productieketen verder wordt verwerkt.