Die Mitgliedstaaten dürfen die Einfuhr und das Inverkehrbringen von Nahrungsmitteln tierischen Ursprungs nicht aus mit den Rückstandshöchstmengen oder Referenzwerten für Maßnahmen zusammenhängenden Gründen untersagen oder behindern, wenn die Bestimmungen dieser Verordnung und ihre Durchführungsmaßnahmen eingehalten worden sind.
De lidstaten mogen de invoer en het in de handel brengen van levensmiddelen van dierlijke oorsprong niet om redenen die verband houden met maximumwaarden voor residuen of actiedrempels verbieden of belemmeren wanneer aan deze verordening en haar uitvoeringsmaatregelen is voldaan.