(5) Ein Mitgliedstaat kann einzelstaatliche Rechtsvorschriften erlassen oder beibehalten, in denen für die Ausfuhr von Gütern mit doppeltem Verwendungszweck, die nicht in Anhang I aufgeführt sind, eine Genehmigungspflicht vorgeschrieben wird, wenn der Ausführer Grund zu der Annahme hat, daß diese Güter ganz oder teilweise für einen der in Absatz 1 genannten Verwendungszwecke bestimmt sind oder bestimmt sein können.
5. Een lidstaat kan nationale wetgeving aannemen of handhaven waarbij voor de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik die niet op de lijst van bijlage I voorkomen, een vergunning wordt vereist indien de exporteur een gefundeerd vermoeden heeft dat de producten geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor een of meer van de in lid 1 genoemde gebruiken.