Vertaling van "rechtssache vertagt " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

anhaengige Rechtssache | bei einem Gerichtshof anhaengige Rechtssache
zaak in behandeling | zaak in instantie

auf unbestimmte Zeit vertagte Entscheidung
uitspraak verdaagd voor onbepaalde termijn

Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung [ Rechtssache „Cassis de Dijon ]
beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]

Streichung einer Rechtssache
doorhaling van een zaak

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Diese Hemmung endete, und die Verjährungsfrist lief also erneut, wenn, insbesondere auf Initiative des erkennenden Gerichts selbst oder der Staatsanwaltschaft, die Prüfung der Rechtssache vertagt wurde im Hinblick auf die Durchführung zusätzlicher gerichtlicher Untersuchungshandlungen.
Die schorsing eindigde, en de verjaringstermijn liep opnieuw, wanneer, met name, op initiatief van het vonnisgerecht zelf of van het openbaar ministerie, de behandeling van de zaak werd uitgesteld met het oog op het verrichten van bijkomende onderzoeksdaden.

Absatz 2 von Paragraph 2 der Artikel 152 und 185 des Strafprozessgesetzbuches bestimmt, dass das zu fällende Urteil als kontradiktorisch gilt, wenn der Angeklagte - persönlich oder durch einen Rechtsanwalt - in der Einleitungssitzung erschienen ist, aber in der Sitzung, auf die die Rechtssache vertagt worden ist, um sein persönliches Erscheinen zu erreichen, weder persönlich noch durch einen Rechtsanwalt erscheint.
Het tweede lid van paragraaf 2 van de artikelen 152 en 185 van het Wetboek van strafvordering bepaalt dat het te wijzen vonnis geacht wordt op tegenspraak te zijn indien de beklaagde - persoonlijk of in de persoon van een advocaat - is verschenen op de inleidingszitting maar niet meer verschijnt, noch persoonlijk, noch in de persoon van een advocaat, op de terechtzitting waarnaar de zaak is verdaagd teneinde zijn persoonlijke verschijning te verkrijgen.

7. fordert die Staatsorgane der Ukraine auf, im Einklang mit den in Europa üblichen fairen und gerechten Rechtsnormen und der in Europa üblichen fairen und gerechten Rechtspraxis die Unparteilichkeit und Transparenz des Rechtsmittelverfahrens in der Rechtssache Julija Tymoschenko zu gewährleisten, und fordert ein Ende der selektiven Rechtsprechung gegen politische und sonstige Gegner; bedauert, dass der für Straf- und Zivilsachen zuständige Oberste Gerichtshof der Ukraine sein Urteil zu dem Rechtsmittelverfahren in der Rechtssache Julija Tymoschenko gegen die Entscheidung des Bezirksgerichts Petschersk in Kiew verschoben hat; nimmt zur Kenntnis, dass die Anhörung im Rechtsmittelverfahren zu der Rechtssache Julija Tymoschenko auf den 26. Juni 2012 vertagt wurde, hält diese Verzögerung für bedauerlich und warnt vor einer Verschleppung des ordentlichen Gerichtsverfahrens;
7. vraagt de Oekraïense autoriteiten de onpartijdigheid en de transparantie te garanderen van het cassatieproces in de zaak Timosjenko, dat in overeenstemming moet zijn met de eerlijke en rechtvaardige rechtsnormen en praktijken die in Europa worden gehanteerd, en vraagt dat een eind wordt gemaakt aan het gebruik van selectieve rechtspraak tegen politieke en andere tegenstanders; betreurt het feit dat het Oekraïense hooggerechtshof voor strafzaken en burgerlijke zaken zijn uitspraak over het cassatieberoep in de zaak Timosjenko tegen het arrest van de districtsrechtbank van Pechersk in Kiev heeft uitgesteld; neemt kennis van het uitstel van het cassatie-onderzoek in de zaak Timosjenko tot 26 juni 2012, acht dit uitstel betreurenswaardig en waarschuwt tegen verdere vertraging van de goede rechtsgang;

« Wenn eine oder mehrere Parteien in einem unteilbaren Rechtsstreit abwesend sind, aber mindestens eine erscheint, werden die nicht erschienenen Parteien auf Antrag der zuerst handelnden Partei über den Sitzungstermin informiert, auf den die Rechtssache vertagt oder später festgesetzt worden ist. Dabei wird Artikel 751 § 1 Absatz 2 angewandt.
« Wanneer één of meer partijen in een onsplitsbaar geschil verstek laten gaan, maar er ten minste één verschijnt, worden de niet verschenen partijen, op verzoek van de meest gerede partij verwittigd van de datum van de zitting waartoe de zaak is verdaagd of waarop zij achteraf is bepaald. Hierbij wordt artikel 751, § 1, tweede lid, toegepast.

« Verstösst Artikel 804 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches insofern, als er ein kontradiktorisches Verfahren vorsieht angesichts einer Partei, die nicht auf der Sitzung erscheint, auf die die Rechtssache anberaumt oder vertagt wurde, und zwar lediglich wegen der Tatsache, dass diese Partei gemäss Artikel 728 oder 729 des Gerichtsgesetzbuches erschienen ist und Schlussanträge hinterlegt hat, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen Behandlungsunterschied einführt zwischen dieser Partei und anderen Prozessparteien, die ebenfalls Verfahrensakten hinterlegt haben und nicht auf der Sitzung erschienen sind, auf die die Rechtssache anberaumt oder vertagt wurde, gegen die aber nur ein Versäumnisurteil ausgesprochen werden kann, etwa dem Beklagten, der nicht auf der Einleitungssitzung erschienen wäre?
« Schendt artikel 804, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre het voorziet in een rechtspleging op tegenspraak ten aanzien van een partij die niet verschijnt op de zitting waarop de zaak is bepaald of waartoe zij is verdaagd, vanwege het enkele feit dat die partij is verschenen overeenkomstig artikel 728 of 729 G.W. en conclusies heeft neergelegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het een verschil in behandeling invoert tussen die partij en andere procespartijen die eveneens proceduregeschriften hebben neergelegd en niet zijn verschenen op de zitting waarop de zaak is bepaald of waartoe zij is verdaagd, maar tegen wie alleen een verstekvonnis kan worden uitgesproken, zoals de verweerder die niet zou zijn verschenen op de inleidende zitting ?

Es wurde im übrigen in der Begründung erklärt und im Bericht, der im Namen der Justizkommission der Kammer vorgelegt wurde, wiederholt, dass « keine Inhaftierung möglich ist während der Zeitspanne, in der der Tatrichter die Prüfung der Rechtssache vertagt hat » (Parl. Dok., Kammer, 1999-2000, Nrn. 0306/001 - 0307/001, S. 12).
Er is trouwens in de memorie van toelichting verklaard en in het verslag namens de Commissie voor de Justitie van de Kamer herhaald dat « geen detentie mogelijk [is] gedurende [de] periode tijdens welke de rechter ten gronde de behandeling van de zaak heeft uitgesteld » (Parl. St., Kamer, 1999-2000, nrs. 0306/001 - 0307/001, p. 12).