Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Anhaengige Rechtssache
Bei einem Gerichtshof anhaengige Rechtssache
Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung
Im betreffenden Fall
Rechtssache „Cassis de Dijon

Vertaling van "rechtssache betreffenden " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
anhaengige Rechtssache | bei einem Gerichtshof anhaengige Rechtssache

zaak in behandeling | zaak in instantie




Kosten von Umschliessungen, die für Zollzwecke als Einheit mit den betreffenden Waren angesehen werden

kosten van verpakkingsmiddelen die voor douanedoeleinden worden geacht met de goederen één geheel te vormen


die Grenznähe, Insel- oder Randlage der betreffenden Gebietsteile oder Gebiete

grensoverschrijdend, insulair of perifeer karakter van de betrokken zones of regio's


Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung [ Rechtssache „Cassis de Dijon ]

beginsel van wederzijdse erkenning [ Cassis-van-Dijon-zaak ]
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Anträge, die auf der Grundlage von Art. 48 der Verfahrensordnung darauf gerichtet sind, dass bei den die Rechtssache betreffenden Veröffentlichungen der Name des Klägers (Anonymisierung), die Namen sonstiger Personen oder bestimmte Angaben weggelassen werden, sind mit besonderem Schriftsatz einzureichen und gebührend zu begründen.

Elk verzoek krachtens artikel 48 van het Reglement voor de procesvoering om de naam van de verzoekende partij (anonimisering), de namen van andere personen of bepaalde gegevens in de publicaties betreffende de zaak weg te laten, moet bij separate akte worden ingediend en naar behoren met redenen worden omkleed.


In der vorliegenden Rechtssache wird der Gerichtshof zur Vereinbarkeit von Artikel 318 § 2 des Zivilgesetzbuches mit den Artikeln 10, 11 und 22bis der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, befragt, indem « er die nicht innerhalb der gesetzlich festgelegten Frist eingereichte Vaterschaftsanfechtungsklage zum absoluten Unzulässigkeitsgrund erhebt, ohne dass es dem mit einer solchen Klage befassten Richter möglich ist, zu beurteilen, ob unter Berücksichtigung der vorliegenden Interessen - und insbesondere des höheren und vorrangigen Interesses des Kindes - sowie des Verhaltens der Pa ...[+++]

In de voorliggende zaak wordt aan het Hof een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat « het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige belangen (en in het bijzonder het hogere en primordiale belang van het kind) en met het gedrag van de partijen, niet moet samenvallen met de ...[+++]


Im zweiten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6030, im ersten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6033 und im zweiten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6034 führen die klagenden Parteien im Wesentlichen an, dass der in Artikel 3 § 1 vierter Gedankenstrich des Gesetzes vom 28. Mai 2002, eingefügt durch Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes, enthaltene Begriff « urteilsfähig » nicht ausreichend deutlich und daher nicht mit dem Legalitätsprinzip vereinbar sei, das durch die in den betreffenden Klagegründen angeführten Verfassungs- und Vertr ...[+++]

In het tweede middel in de zaak nr. 6030, het eerste middel in de zaak nr. 6033 en het tweede middel in de zaak nr. 6034 voeren de verzoekende partijen in essentie aan dat het in artikel 3, § 1, vierde streepje, van de wet van 28 mei 2002, zoals ingevoegd door artikel 2 van de bestreden wet, vervatte begrip « oordeelsbekwaam » een onvoldoende duidelijke draagwijdte heeft en aldus niet bestaanbaar is met het wettigheidsbeginsel gewaarborgd door de in de desbetreffende middelen vermelde grondwets- en verdragsbepalingen.


Im Gegensatz zu dem, was der Ministerrat anführt, reicht der Umstand, dass die Haushaltssituation, in der sich der Kläger und seine Kinder in der betreffenden Rechtssache befanden, die gleiche ist wie diejenige, in der sich der Beklagte und seine Kinder in der vorliegenden Rechtssache befinden, nicht aus angesichts des Unterschieds zwischen den mit diesen beiden Bestimmungen verfolgten Zielen, um zu der Schlussfolgerung zu gelangen, dass notwendigerweise hätte geurteilt werden müssen, dass Artikel 41 des Allgemeinen Familienbeihilfengesetzes vom 19. Dezember 1939 in der in B.3 angeführten Auslegung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfass ...[+++]

In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, volstaat de omstandigheid dat de gezinssituatie waarin de eiser en zijn kinderen zich in die zaak bevonden, dezelfde is als die waarin de geïntimeerde en zijn kinderen zich in de onderhavige zaak bevinden, gezien het verschillende doel dat met die twee bepalingen wordt nagestreefd, niet om te besluiten dat noodzakelijkerwijs zou moeten worden geoordeeld dat artikel 41 van de Algemene Kinderbijslagwet van 19 december 1939, in de in B.3 vermelde interpretatie, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Insofern im ersten Klagegrund der klagenden Partei in der Rechtssache Nr. 5750 noch bemängelt wird, dass die angefochtenen Bestimmungen es den betreffenden Personen nicht ermöglichen würden, die etwaigen Änderungen in der Abgrenzung der drei relevanten Zonen für die Berechnung der Anzahl zulässiger Stellplätze und des Betrags der für jeden überzähligen Platz geschuldeten Umweltsteuer vorherzusehen, deckt er sich in diesem Maße mit dem zweiten Teil des dritten Klagegrunds der klagenden Partei in der Rechtssache Nr. 5751.

In zoverre het eerste middel van de verzoekende partij in de zaak nr. 5750 de bestreden bepalingen ook verwijt het de betrokken personen niet mogelijk te maken vooruit te lopen op de eventuele wijzigingen van de afbakening van de drie relevante zones voor de berekening van het aantal toegestane parkeerplaatsen en van het bedrag van de milieubelasting die voor elke overtollige plaats verschuldigd is, valt het in die mate samen met het tweede onderdeel van het derde middel van de verzoekende partij in de zaak nr. 5751.


Schließlich führen die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 5577, nämlich die VoG « Nieuwe-Vlaamse Alliantie » und verschiedene Privatpersonen, die, wie der Gerichtshof in B.7.2 bemerkt hat, entweder ihre Eigenschaft als Rechtsanwalt oder diejenige als Jurist, Rechtsuchender oder Mitglied der niederländischsprachigen Ernennungskommission des Hohen Justizrates geltend machen, an, dass der angefochtene Artikel 5 die betreffenden Rechtsuchenden benachteilige, die durch dessen Anwendung mit einem schwerfälligeren Verfahren konfrontie ...[+++]

Ten slotte betogen de verzoekende partijen in de zaak nr. 5577, namelijk de vzw « Nieuwe-Vlaamse Alliantie » en verschillende particulieren die, zoals het Hof heeft opgemerkt in B.7.2, nu eens hun hoedanigheid van advocaat, dan weer die van jurist, rechtzoekende of lid van de Nederlandstalige benoemingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie aanvoeren, dat het bestreden artikel 5 de betrokken rechtzoekenden benadeelt die, door de toepassing ervan, met een zwaardere procedure zouden worden geconfronteerd.


Die Berichterstatterin erinnert jedoch daran, dass nach dem Urteil des Europäischen Gerichtshofs (EuGH) in der Rechtssache Brita (Rechtssache C-386/08) vom 25. Februar 2010 Folgendes gilt: „Die Zollbehörden des Einfuhrmitgliedstaats können die durch das [.] Europa-Mittelmeer-Abkommen [.] eingeführte Gewährung der Präferenzbehandlung verweigern, wenn die betreffenden Waren ihren Ursprung im Westjordanland haben“.

Uw rapporteur wijst er nogmaals op dat de douane-instanties van de invoerende lidstaten volgens het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak Brita (zaak C-368/08) van 25 februari 2010 de preferentiële behandeling overeenkomstig de Euromediterrane overeenkomst kunnen weigeren indien de goederen in kwestie afkomstig zijn van de Westelijke Jordaanoever.


15. unterstreicht, dass dies trotz des klaren Grundsatzes immer noch nicht in die Praxis umgesetzt ist, wie dies das jüngste Urteil in der Rechtssache Access Info Europe zur Weigerung des Rates, Standpunkte der Mitgliedstaaten zu der vorgeschlagenen Neufassung der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 offenzulegen, sowie die vor dem Gericht anhängige Rechtssache ClientEarth gegen Rat zu einem Rechtsgutachten über die Neufassung der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 belegen; stellt fest, dass die öffentliche Bekanntgabe der Standpunkte der Mitgliedstaaten während der Verhandlungen über die Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 und vieler im Anschluss daran ...[+++]

15. beklemtoont dat dit duidelijke beginsel nog steeds niet in praktijk wordt gebracht, zoals moge blijken uit het recente arrest in de zaak-Access Info Europe betreffende de weigering van de Raad om de standpunten van de lidstaten over de voorgestelde herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001 bekend te maken, en de zaak-ClientEarth/Raad, die bij het Gerecht in behandeling is, over een juridisch advies inzake de herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001; merkt op dat de openbaarmaking van de standpunten van de lidstaten tijdens de onderhandelingen over Verordening (EG) nr. 1049/2001 en tal van daarna vastgestelde maatregelen ...[+++]


15. unterstreicht, dass dies trotz des klaren Grundsatzes immer noch nicht in die Praxis umgesetzt ist, wie dies das jüngste Urteil in der Rechtssache Access Info Europe zur Weigerung des Rates, Standpunkte der Mitgliedstaaten zu der vorgeschlagenen Neufassung der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 offenzulegen, sowie die vor dem Gericht anhängige Rechtssache ClientEarth gegen Rat zu einem Rechtsgutachten über die Neufassung der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 belegen; stellt fest, dass die öffentliche Bekanntgabe der Standpunkte der Mitgliedstaaten während der Verhandlungen über die Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 und vieler im Anschluss daran ...[+++]

15. beklemtoont dat dit duidelijke beginsel nog steeds niet in praktijk wordt gebracht, zoals moge blijken uit het recente arrest in de zaak-Access Info Europe betreffende de weigering van de Raad om de standpunten van de lidstaten over de voorgestelde herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001 bekend te maken, en de zaak-ClientEarth/Raad , die bij het Gerecht in behandeling is, over een juridisch advies inzake de herschikking van Verordening (EG) nr. 1049/2001; merkt op dat de openbaarmaking van de standpunten van de lidstaten tijdens de onderhandelingen over Verordening (EG) nr. 1049/2001 en tal van daarna vastgestelde maatregele ...[+++]


42. erinnert an das oben genannte Urteil des Gerichtshofs in der Rechtssache C-87/01 P, Kommission/CCRE, in der der Gerichtshof die Auffassung vertritt, dass der Umstand, dass sich der Sitz des betreffenden Unternehmens in einem Mitgliedstaat befindet, dazu führt, dass das Recht dieses Mitgliedstaates gegenüber der Kommission geltend gemacht werden kann, und zwar im Wesentlichen deshalb, weil der Vorrang des Gemeinschaftsrechts nicht ausreicht, um einer Rechtsauslegung der Kommission gegenüber der Rechtsauslegung eines Richters des be ...[+++]

42. herinnert aan het reeds aangehaalde arrest van het Hof van Justitie in zaak C-87/01 P van de Commissie tegen het CCRE waarin het Hof van mening was dat, indien het betrokken bedrijf zijn zetel heeft in een lidstaat, tegenover de Commissie op de wetgeving van dat land een beroep kan worden gedaan, met name omdat de voorrang van het Gemeenschapsrecht niet volstaat om een interpretatie van de Commissie over de vraag welke wetgeving toepasselijk is te laten prevaleren boven die van de rechter van het betreffende land;




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'rechtssache betreffenden' ->

Date index: 2024-06-22
w