Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «rechtsprechungsorgan anhängige streitsache » (Allemand → Néerlandais) :

Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 132bis des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (nachstehend: EStGB 1992), der in der auf die beim vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache anwendbaren Fassung bestimmte:

De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), dat, in de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil, bepaalde :


Die vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache betrifft die Angaben des Jahres 2006.

Het geschil voor het verwijzende rechtscollege heeft betrekking op de gegevens van het jaar 2006.


Die vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache betrifft eine Entscheidung der Anklagekammer, mit der bestimmte Aktenstücke für nichtig erklärt werden und geurteilt wird, dass diese Aktenstücke nicht mehr durch die Parteien im weiteren Verfahren verwendet werden dürfen, während die Beschuldigten diese Aktenstücke zu ihrer Verteidigung verwenden möchten.

Het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil heeft betrekking op een beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij bepaalde stukken uit het dossier nietig worden verklaard en wordt geoordeeld dat die stukken niet meer door de partijen mogen worden aangewend in de verdere rechtspleging, terwijl de inverdenkinggestelden die stukken wensen aan te wenden voor hun verdediging.


Die beim vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache betrifft die vom Arbeitgeber erteilte Kündigung eines Angestellten, der mehr als sechs Monate lang ununterbrochen im Dienst des Arbeitgebers gestanden hat.

Het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil heeft betrekking op de opzegging, door de werkgever, van een bediende die meer dan zes maanden ononderbroken in dienst is geweest van de werkgever.


Folglich befanden sich während des Zeitraums, auf den sich die vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache bezieht, die Mitglieder des Lehrpersonals, die ein Mandat als Schöffe ausübten, in einer anderen verordnungsrechtlichen Lage als die Personalmitglieder der anderen öffentlichen Dienste, die das gleiche Mandat ausübten, da für die Letztgenannten die Regelung über den politischen Urlaub galt, während eine solche Regelung nicht für die Lehrkräfte bestand.

Daaruit volgt dat, gedurende de periode waarop het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil betrekking heeft, de leden van het onderwijzend personeel die een schepenmandaat uitoefenden zich in een andere reglementaire situatie bevonden dan de personeelsleden van de andere overheidsdiensten, die eenzelfde mandaat uitoefenden, aangezien voor die laatsten de reglementering betreffende het politiek verlof toepasselijk was, terwijl een dergelijke reglementering niet bestond voor de leerkrachten.


Artikel 58 § 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 6. April 2010 bestimmte in der Fassung, die auf die beim vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache anwendbar ist: « Vorliegender Abschnitt bezieht sich auf Verkäufe von Waren und Dienstleistungen an Verbraucher, die von einem Unternehmen vorgenommen werden: 1. im Haus des Verbrauchers oder eines anderen Verbrauchers oder auch am Arbeitsplatz des Verbrauchers, 2. während eines vom oder für das Unternehmen organisierten Ausflugs außerhalb der Verkaufsräume, 3. auf Messen, Schauen und Ausstellungen unter der Bedingung, dass vor Ort nicht der Gesamtbetrag bezahlt wird und der Preis m ...[+++]

Artikel 58, § 1, van de voormelde wet van 6 april 2010 bepaalde, in de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil : « In deze afdeling worden bedoeld, de verkopen aan de consument van goederen en diensten door een onderneming : 1° ten huize van de consument of van een andere consument, alsook op de arbeidsplaats van de consument; 2° tijdens een door of voor de onderneming buiten haar verkoopruimte georganiseerde excursie; 3° op salons, beurzen en tentoonstellingen, op voorwaarde dat er ter plaatse geen betaling van het totale bedrag gebeurt en dat de prijs hoger is dan 200 euro ».


Artikel 60 desselben Gesetzes bestimmte in der Fassung, die auf die beim vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache anwendbar ist: « Unbeschadet der gemeinrechtlichen Vorschriften über die Beweisführung müssen die in vorliegendem Abschnitt erwähnten Verkäufe an Verbraucher zur Vermeidung der Nichtigkeit Gegenstand eines schriftlichen Vertrags sein, der in so vielen Exemplaren ausgefertigt wird, wie es Vertragsparteien mit unterschiedlichen Belangen gibt.

Artikel 60 van dezelfde wet bepaalde, in de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil : « Onverminderd de gemeenrechtelijke voorschriften inzake het bewijs moeten de verkopen aan de consument, bedoeld in deze afdeling, op straffe van nietigheid, het voorwerp uitmaken van een geschreven overeenkomst opgemaakt in zoveel exemplaren als er contracterende partijen met een onderscheiden belang zijn.


Sie findet keine Anwendung auf die vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache, weshalb sich die Prüfung durch den Gerichtshof auf Artikel 35bis der koordinierten Gesetze über die Berufskrankheiten in der vor dem Inkrafttreten des Programmgesetzes vom 23. Dezember 2009 geltenden Fassung beziehen muss.

Zij is niet van toepassing op het geschil dat voor het verwijzende rechtscollege hangende is, zodat het onderzoek van het Hof betrekking moet hebben op artikel 35bis van de gecoördineerde wetten op de beroepsziekten in de redactie ervan die voorafgaat aan de inwerkingtreding van de programmawet van 23 december 2009.


Nach Auffassung des Ministerrates erfordere die präjudizielle Frage keine Antwort, weil die fragliche Bestimmung nicht auf die vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache anwendbar sei.

Volgens de Ministerraad behoeft de prejudiciële vraag geen antwoord omdat de in het geding zijnde bepaling niet van toepassing zou zijn op het geschil voor het verwijzende rechtscollege.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'rechtsprechungsorgan anhängige streitsache' ->

Date index: 2022-03-02
w