(17) Die Mitgliedstaaten sollten die Möglichkeit haben, Anträge auf Prozesskostenhilfe für offensichtlich unbegründete Verfahren, oder aus Gründen, die mit dem Wesen, insbesondere den Erfolgsaussichten der Sache zusammenhängen, abzulehnen, sofern Rechtsberatung vor Prozessbeginn angeboten wird und der Zugang zum Recht gewährleistet ist.
(17) De lidstaten moeten in staat worden gesteld verzoeken om rechtsbijstand af te wijzen voor kennelijk ongegronde vorderingen of om redenen die verband houden met de grond van de zaak, voor zover advies in de precontentieuze fase wordt verleend en de toegang tot de rechter gewaarborgd is.