Traduction de «rechtliche einstufung dieser » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

rechtliche Einstufung
wettelijk regeling aflevering van stoffen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Dieser Zeitraum ist auch erforderlich, damit die Lieferanten sich an andere rechtliche Verpflichtungen (z. B. gemäß Artikel 22 Buchstabe f oder Artikel 23 der Verordnung (EG) Nr. 1907/2006 des Europäischen Parlaments und des Rates , Artikel 50 der Verordnung (EU) Nr. 528/2012 des Europäischen Parlaments und des Rates oder Artikel 44 der Verordnung (EG) Nr. 1107/2009 des Europäischen Parlaments und des Rates ), die sich aus der neuen harmonisierten Einstufung von Stoffen ergeben, anpassen und diese beachten können.
Deze periode zal ook nodig zijn om leveranciers in staat te stellen zich aan te passen en te voldoen aan andere wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de nieuwe geharmoniseerde indelingen voor stoffen als bedoeld in artikel 22, onder f), en artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad , in artikel 50 van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad of in artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad

44. fordert die Kommission als Hüterin der Verträge auf, die Umsetzung dieser Richtlinie durch die Mitgliedstaaten sorgfältig zu überwachen und eine einheitliche Durchsetzung der Vorschriften in der gesamten EU zu gewährleisten; fordert die Kommission, die Mitgliedstaaten und die regionalen und kommunalen Gebietskörperschaften auf, aktiv für die Einhaltung der europäischen Wettbewerbspolitik zu werben und deren rechtliche Grundlage zu erläutern; betont, dass horizontale und vertikale staatliche Beihilfen in gleicher Weise angegangen werden müssen; weist darauf hin, dass in allen Teilen der Europäischen Union das Bewusstsein geschärft werden muss, was die Einstufung und Gewährung unerlaubter staatlicher Beihilfen betrifft, vor allem wenn diese wettbewerbswidrigen und protektionistischen Maßnahmen gleichkommen; ist jedoch der Ansicht, dass schwer zugänglichen und entlegenen Regionen und Inseln ein größerer Spielraum bei der Anwendung der Beihilfevorschriften eingeräumt werden sollte, als es derzeit der Fall ist;
44. verzoekt de Commissie als hoedster van de Verdragen nauwlettend toe te zien op de omzetting van de richtlijn door de lidstaten en de uniforme toepassing van de voorschriften in de hele Unie te waarborgen; verzoekt de Commissie, de lidstaten en de regionale en gemeentelijke overheden zich actief in te zetten voor de naleving van de EU‑mededingingsregels en informatie te verstrekken over de rechtsgrondslag van die regels; onderstreept dat het belangrijk is om horizontale en verticale staatssteun op dezelfde wijze te beoordelen; stelt vast dat er overal in de Europese Unie gewerkt moet worden aan bewustmaking met betrekking tot de inschaling en toekenning van illegale staatssteun, in het bijzonder wanneer dergelijke besluiten tot steunverlening neerkomen op concurrentieverstorende en protectionistische maatregelen; is evenwel van mening dat aan afgelegen of perifere regio's en eilanden bij de toepassing van de regels voor staatssteun meer ruimte moet worden geboden dan nu het geval is;

Der Staatsrat hat in Bezug auf den angefochtenen Artikel 2 bemerkt: « [...] Da durch Artikel 81 des Grundsatzgesetzes den Inhaftierten ein Recht auf Teilnahme an verfügbarer Arbeit im Gefängnis gewährt wird und folglich Zweifel am Bestehen eines Willenselementes auf Seiten des Arbeitgebers erlaubt sind, gibt der Entwurf der Bestimmung keinen Anlass zu Kritik. Darüber hinaus ist ersichtlich, dass der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte (nachstehend: EuGHMR) den Staaten eine sehr breite Ermessensbefugnis überlässt, um gegebenenfalls zu bestimmen, in welchem Maße die Inhaftierten Regeln des Sozialrechts unterliegen müssen. Aus der Europäischen Menschenrechtskonvention (nachstehend: EMRK) kann keinerlei Verpflichtung abgeleitet werden, einen Arbeitsvertrag für Inhaftierte, die Gefängnisarbeit verrichten, vorzusehen. Folglich spricht nichts dagegen, die derzeitige Ungenauigkeit hinsichtlich der rechtlichen Einstufung der Gefängnisarbeit zu beseitigen, so wie es im Entwurf von Artikel 84 § 4 geschehen ist. Durch diese Bestimmung wird jedoch noch keine Antwort auf die Frage geboten, welche rechtliche Beschaffenheit dann das Rechtsverhältnis zwischen der Gefängnisbehörde und dem Inhaftierten aufweist, wenn dieser Gefängnisarbeit verrichtet, und ebenfalls nicht darauf, welche anderen Arbeitsrechtsvorschriften als das Gesetz vom 3. Juli 1978 auf die Gefängnisarbeit Anwendung finden (ebenda, S. 14) ».
De Raad van State heeft met betrekking tot de bestreden bepaling opgemerkt : « [...] Nu bij artikel 81 van de Basiswet aan de gedetineerde een recht wordt toegekend om deel te nemen aan de in de gevangenis beschikbare arbeid, en bijgevolg kan worden getwijfeld aan het voorhanden zijn van het wilselement in hoofde van de werkgever, is die ontworpen bepaling niet voor kritiek vatbaar. Daarenboven lijkt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna : EHRM) aan de staten een zeer ruime beoordelingsvrijheid toe te kennen bij de beoordeling of en eventueel in welke mate gedetineerden aan sociaalrechtelijke regelingen dienen te worden onderworpen. Uit het Europees Verdrag over de rechten van de mens (hierna : EVRM) kan geen plicht worden afgeleid om voor gedetineerden in een arbeidsovereenkomst te voorzien wanneer zij gevangenisarbeid verrichten. Er bestaat derhalve geen enkel bezwaar tegen het wegwerken van de bestaande onduidelijkheid omtrent de juridische kwalificatie van de gevangenisarbeid in de zin van het ontworpen artikel 84, § 4. Door die bepaling wordt evenwel nog geen duidelijkheid verschaft over de vraag wat dan wel het rechtskarakter is van de rechtsverhouding tussen de penitentiaire overheid en de gedetineerde wanneer deze laatste arbeid verricht in de gevangenis, noch over de vraag welke andere arbeidswetgeving dan de wet van 3 juli 1978 van toepassing is op de gevangenisarbeid » (ibid., p. 14).

Die Information, auf die der Angeklagte auf dieser Grundlage Anspruch hat, umfasst einerseits die materiellen Taten, die ihm zur Last gelegt werden und auf denen die Beschuldigungen beruhen (der « Grund » der Beschuldigungen), und andererseits die rechtliche Einstufung dieser Taten (die « Art » der Beschuldigungen).
De informatie waarop de strafrechtelijk vervolgde op die grond recht heeft, omvat, enerzijds, de materiële feiten die hem worden ten laste gelegd en waarop de beschuldiging is gebaseerd (de « reden » van de beschuldiging), en, anderzijds, de aan die feiten gegeven juridische kwalificatie (de « aard » van de beschuldiging).

[24] Es sei daran erinnert, dass die Einstufung nach einzelstaatlichem Recht oder durch die Vertragsparteien keinerlei Einfluss auf die rechtliche Einstufung dieser Verträge im Hinblick auf die Anwendung des Gemeinschaftsrechts über öffentliche Aufträge und Konzessionen hat.
[24] De kwalificatie die het nationale recht of een van de partijen geeft, heeft echter geen gevolgen voor de juridische kwalificatie van deze contracten met het oog op de toepassing van het Gemeenschapsrecht inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten.